e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

Gevonden: 3627
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bruine gebreide dameskous bruine gestrikte vrouwluikous: brauən gestrikde vrolleykouəsse (Borgloon), voetsel: vøtsəls (Borgloon) dameskousen, bruine gebreide ~ [sjanskouse] [N 24 (1964)] III-1-3
brulkoe brul: bryl (Borgloon) Een koe die aan de brulziekte lijdt. [N 3A, 101, A 48A, 45b, 45c; L 19B, 4a] I-11
brullen brullen: brylǝ (Borgloon), brølǝ (Borgloon) Abnormaal geluid dat vooral wild geworden runderen uitstoten. [N 3A, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
brulse koe brul: brøl (Borgloon) Koe die niet meer drachtig is en veel brult. [JG 1a, 1b] I-11
brulziekte brul zijn: (de koe is) bryl (Borgloon) Een afwijking aan de eierstokken van koeien. De dieren vertonen voortdurend verschijnselen van tochtigheid, tegelijkertijd zijn ze onvruchtbaar. De koeien maken een eigenaardig brullend geluid, ze hebben slappe banden en ze groeien slecht. Zie ook het lemma ''brulziekte'' in wbd I.3, blz. 464-465. [N 3A, 101; A 48A, 45a; JG 1a, 1b; L 19B, 4a; monogr.; add. uit N C] I-11
brutaal gestrant: hī s gəstra.nt (Borgloon), is gestrant (Borgloon) hij is vrijpostig (strant, astrant) [ZND 32 (1939)] III-3-1
bui, regenbui plas: plō.s (Borgloon), schoer: shôûr (Borgloon), ps. onder de ôû staat nog een "krulletje"(is niet duidelijk1 deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  sxôûr (Borgloon) bui, regen [ZND 01 (1922)] || regenbui [ZND 06 (1924)], [ZND m] III-4-4
buik buik: boeuk (Borgloon), buk (Borgloon, ... ), pens: pɛns (Borgloon) buik [ZND m] || de buik [ZND 29 (1938)] || Zie afbeelding 2.33. [JG 1a, 1b; N 8, 14 en 41] I-9, III-1-1
buikband pensband: pensband (Borgloon) De band die het dichtst bij het dikste gedeelte van het vat, de buik, wordt aangebracht. Een vat heeft ten minste twee buikbanden; één aan elke kant van het vat. De in dit lemma opgenomen benamingen duiden zowel de voorlopige als de definitieve banden op die plaats aan. Zie ook het lemma ɛsluitbandenɛ.' [N E, 22c; N E, 42] II-12
buikpijn pijn in zijn buik: pijn in məne boek (Borgloon) ik heb buikpijn [ZND 34 (1940)] III-1-2