21506 |
liberaal |
liberaal:
het is ne liberaal (P218p Borlo)
|
Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
34032 |
lichtbonte koe |
geplekkerde koe:
gǝplękǝrdǝ kā (P218p Borlo)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123b]
I-11
|
25239 |
lichte nevel |
nevel:
nevel
nēvəl (P218p Borlo)
|
lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18571 |
lichte overjas |
demi-saison (fr.):
dəmesēzŏ (P218p Borlo),
dəmeͅ sēͅzo͂ͅ (P218p Borlo)
|
herenoverjas, lichte ~ [sertoe] [N 23 (1964)] || herenoverjas; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19353 |
lichtgeraakt, kregel |
kort:
ook materiaal znd 28, 49
kot (P218p Borlo)
|
kregel [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21473 |
lid van een vereniging |
lid:
ene lid van ene bond (P218p Borlo)
|
Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
22750 |
lied, liedje |
liedje:
liikə (P218p Borlo)
|
liedje [RND]
III-3-2
|
19085 |
liegen |
liegen:
liegen (P218p Borlo)
|
liegen [ZND 25 (1937)]
III-3-1
|
17647 |
lies |
lies:
lē̜i̯s (P218p Borlo),
līs (P218p Borlo)
|
De twee huidplooien die de grens vormen tussen het onderste gedeelte van de buik en het bovenste gedeelte van het been. Zie afbeelding 2.28. [JG lb; N 8, 32.10] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c]
I-12, I-9
|
24343 |
lieveheersbeestje |
lievevrouwbeestje:
leͅvəvroͅu̯bīəskə (P218p Borlo),
onzelievevrouwbeestje:
ook in ZND 16, 006
onzelievevrouwbeestje (P218p Borlo)
|
lieveheersbeestje [DC 49 (1974)], [ZND 05 (1924)]
III-4-2
|