33796 |
poot |
poot:
pūǝt (P218p Borlo
[(mv pūǝtǝ)]
)
|
Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b]
I-9
|
34174 |
pootjesblaas |
tweede waterblaas:
twɛdǝ wętǝrbloǝs (P218p Borlo)
|
De tweede blaas waarin de voorpoten van het kalf zitten. [N 3A, 52b]
I-11
|
21481 |
portemonnee, beurs |
portemonnee (<fr.):
ene leere portemonnaie (P218p Borlo)
|
Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
21203 |
postbode |
facteur (fr.):
faktøͅyr (P218p Borlo)
|
postbode [RND]
III-3-1
|
33573 |
postelein |
porselein:
porselein (P218p Borlo, ...
P218p Borlo),
postelein:
poselein (P218p Borlo, ...
P218p Borlo),
poͅsəlēͅən (P218p Borlo)
|
[Goossens 1b (1960)]postelein [ZND 05 (1924)], [ZND 15 (1930)]
I-7
|
20028 |
potaarde |
aarde:
ēdǝ (P218p Borlo)
|
Aarde of klei die geschikt is om er aardewerk van te bakken. [N 49, 1a; N 27, 48; L 35, 78; monogr.]
II-8
|
33171 |
poten |
kruiwelpoten:
krē̜.wǫlpǫu̯tǝ (P218p Borlo),
planten:
plāntǝ (P218p Borlo)
|
De kleine steuntjes die zich aan de onderkant van de berries bevinden en waarop het draagvlak van de kruiwagen kan rusten. [N 18, 99, add; JG 1a; JG 1b] || In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b]
I-13, I-5
|
29421 |
pottenbakker |
pottenbakker:
pǫtǝbɛkǝr (P218p Borlo)
|
Ambachtsman die uit klei potten en ander aardewerk vervaardigt. De woordtypen pottenman (Q 95, Q 193) en aardewerker (Q 95) werden in de betreffende plaatsen gebruikt voor een arbeider in een aardewerkfabriek. [L 34, 20; A 45, 34; N 49, 60a; monogr.]
II-8
|
27074 |
praam |
proom:
prōm (P218p Borlo)
|
Neusknijper om het paard in bedwang te houden. Een praam bestaat uit een houtje met een lus eraan, die rond de bovenlip van het paard wordt gelegd en met het houtje wordt aangedraaid. Er bestaan ook metalen neusknijpers met deze functie (zie o.a. de termen muilijzer, tandijzer en gebitijzer). [JG 1b, 1c, 2c; N 13, 85; N 33, 377 en 380; S 28; monogr.]
I-10
|
21006 |
prei |
poor:
pour (P218p Borlo, ...
P218p Borlo),
poͅur (P218p Borlo)
|
[Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] [ZND 15 (1930)]
I-7
|