e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstopte speen lamme deem: loǝm døm (Borlo) Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a] I-11
vertikale paal in een poort pilaar: pǝlē̜ ̞r (Borlo) Een rechtstaande, uitneembare paal in het midden van een poort, waartegen de beide poortvleugels gesloten kunnen worden. Deze paal is aan de bovenzijde meestal verankerd achter een gebogen stuk ijzer, aan de onderzijde in een gat. De paal wordt weggenomen als de poort helemaal geopend moet worden. De paal is onbekend in een groot aantal plaatsen. Door functionele overeenkomst kunnen de benamingen ook wel gebruikt worden voor andere soorten sluitbalken (zie deze lemmata). Zie ook afbeelding 18.g bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42e; N 5, 104; A 49, 4; add. uit N 5A, 93c] I-6
vespers vespers (<lat.): də vɛspərs (Borlo) de vespers [RND] III-3-3
vest kamizool (<fr.): ka.məzoͅul (Borlo), kaməzol (Borlo) herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)] III-1-3
vestzakje kamizooltas (<fr.): ka.məzoͅulteͅs (Borlo) vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)] III-1-3
vetkoe vetkoe: vęt[koe] (Borlo) Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.] I-11
vetmesten vetten: vętǝ (Borlo), vɛtǝ (Borlo) Vee vetmesten, in het bijzonder gezegd van stiertjes, kalveren en vaarzen. [N 38, 26; N 3A, 75a, 75b, 75c, 76 en 77a; monogr.] I-11
vetweide vetweitje: vętwęi̯kǝ (Borlo) Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.] I-8
vetweiden grazen: ˲xrǫǝzǝ (Borlo) Het laten grazen van slachtvee in een speciaal daarvoor bestemde weide. [N 3A, 77b] I-11
veulen veulen: vø̜̄lǝ (Borlo) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9