e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vier nummers op een rij in het kienspel quaterne (fr.): Le Petit Robert, p. 1834: quaterne [kwatérn] - XIIIe; it. quaterno, lat. quaterni quatre chaque fois - Aux anciennes loteries, Combinaison de quatre numéros pris ensemble, qui sortent au même tirage.  kaderm (Borlo) Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Wat roept de speler die een rijtje cijfers bezet heeft? [ZND 37 (1941)] III-3-2
vieren vieren: gəvi:ərt (Borlo) gevierd [RND] III-3-2
vieruursboterham achternoen, de -: achternoen (Borlo), dən agtərūn (Borlo), caf, de -: de kafi (Borlo) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 15 uur 30 [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
vijf centiem solletje: e solleke (Borlo) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vijfentwintig centiem kwart: e kart (Borlo) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vinger vinger: vinger (Borlo), viŋər (Borlo) Doorn: ik heb een doorn in mijn vinger [ZND 23 (1937)] || vinger [RND] III-1-1
vingerlid vingerlid: vingerleidt (Borlo) lid van de vinger [ZND 37 (1941)] III-1-1
violier flier: flier (Borlo), violier: flier (Borlo), vlier (Borlo) Cheiranthus cheiri, Fr. Giroflée des murailles [ZND 15 (1930)] || Violier (Matthiola incana (L.) R.Br.). Sierplanten, meestal met langwerpige, gaafrandige bladeren; grijsachtig door de dichte beharing. De bloemen zijn verschillend gekleurd, maar niet geel, meestal paarsrood. Dik van blad en vaak met dubbele bloemen. Hau [ZND 15 (1930)] I-7, III-2-1
viooltje fleutertje: fleuterke (Borlo) Viola, Fr. violette [ZND 34 (1940)] I-7
visaas pierinkje: peͅreͅŋskə (Borlo) wormpje, borstelig ~ dat als aas wordt gebruikt bij het vissen [sprot-, sprokaos] [N 26 (1964)] III-4-2