e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borlo

Overzicht

Gevonden: 2106
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gepensioneerd (zijn) gepensioneerd: znd 35, 65  gepensionneerd (Borlo) gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)] III-2-2
geprimeerde stier prijsvar: prɛ̄ǝs˲vɛ̄r (Borlo) Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b] I-11
gerieflijk gerieflijk: en gerieflek huis (Borlo) Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)] III-1-4
gerookt spek gerookt spek: gəry(3)̄k speͅk (Borlo), gəry(3)̄kt speͅk (Borlo) spek dat gerookt is [DC 48 (1973)] III-2-3
gerst gerst: gast (Borlo) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
geruite jurk gecarreaud (<fr.) kleed: gəkaroͅut (Borlo) jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)] III-1-3
geslachtsrijpe koe vaars: vē̜s (Borlo) Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23] I-11
gesloten boerderijtype toe winning: tā [winning] (Borlo) De bouwdelen van dit boerderijtype omsluiten het erf aan alle vier de zijden; in Nederland wordt dit type wel de "Limburgse hoeve" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen"(1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 6. [N 4A, 4] I-6
gesneden mannelijk schaap hamel: hǭmǝl (Borlo) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: bɛrx (Borlo), bɛrǝx (Borlo) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12