e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borlo

Overzicht

Gevonden: 2106
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kledij, kleren klerage: klirōͅdžə (Borlo), t dinge, ploete, lijnwaad, kluft]: klīr (Borlo) kleding, kledij (verzamelnaam) [kleerazie, klejaasj] [N 23 (1964)] || kleren, kledingstukken [kleer [N 23 (1964)] III-1-3
kleerborstel kleerborstel: eene klierborstel (Borlo) een borstel (om kleren te borstelen) [ZND 22 (1936)] III-1-3
kleerkast garderobe: gardroͅu̯p (Borlo) kleerkast [ZND 34 (1940)] III-2-1
kleerkist, kleerkoffer houten kist: hōtə kest (Borlo) Een houten koffer om (kleeren in te bewaren). [ZND 28 (1938)] III-2-1
kleerluis mot: moͅt (Borlo) kleerluis die eieren legt in de naden van vuile onderkleren [N 26 (1964)] III-4-2
kleermaker kleer-/kledermaker: klīrmēkǝr (Borlo) Algemene benaming voor persoon die kleren maakt. [N 59, 197a; L 1a-m; L 28, 2; S 18; monogr.] II-7
klein paard bidet: be`de (Borlo), poney: po`nę (Borlo) Bedoeld is een paard dat lichter is dan een gewoon boerenpaard en dat men in de koets kan spannen. Een pony is lichter dan een bidet, die op zijn beurt niet zo zwaar als een ardenner is (P 49). Een dubbele pony is zwaarder dan een (enkele) pony of bidet (L 424). Een bidet, iets groter dan een pony, dient veelal als loop- en koetspaard (P 192, Q 168, 242). Een hit - waarbij eveneens een onderscheid tussen enkele en dubbele hit wordt gemaakt - kan vergeleken worden met een pony of bidet. Een ardenner is kort, dik en gedrongen (P 46), groter dan een pony maar kleiner dan een gewoon paard. Uit de antwoorden blijkt een sterke wisseling van de accentuering in pony en bidet. Pony met initiaal accent is aan het Nederlands, met finaal acent aan het Franse poney ontleend. De beginaccentuering in bidet gaat op een autonome ontwikkeling in de dialecten terug. Buiten de genoemde termen komen er nog een vrij groot aantal andere voor. Zie afbeelding 1. [JG la, lb, lc, 2c; N 8, 62a, 62b, 62c en 62d; A 4, 3; L 20, 3] I-9
kleingeld kleingeld: kleigeld (Borlo) kleingeld [ZND 28 (1938)] III-3-1
klep (van pet) klep: kleͅp (Borlo) klep van een pet [luif, luifel] [N 25 (1964)] III-1-3
klepbroek klepbroek: kleͅbruk (Borlo) broek met een sluitklep aan de voorkant [klepboks] [N 23 (1964)] III-1-3