e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L428p plaats=Born

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pooier pooier: pooier (Born) iemand die leeft van de verdiensten van een prostituée, voor wie hij als beschermer optreedt [pooier] [N 86 (1981)] III-2-2
poort poort: pǭrt (Born) Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s] I-6
pop, vrouwelijke zangvogel pop: pop (Born) vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)] III-4-1
poppenspel poesjenellenspel: poesjenellespel (Born) De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)] III-3-2
populier (alg.) populier: WLD  popelier (Born) De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] III-4-3
portefeuille portefeuille (fr.): portefuilje (Born) de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] III-3-1
pos joodje: WLD  judje (Born) Hoe noemt u de pos: een zoetwatervis met een groenachtige bruine rug. De onderzijde is zilverwit. Hij is overdekt met bruine vlekjes, ook op de vinnen. Beide rugvinnen zijn door een vlies met elkaar verbonden. Hij kan ongeveer 20cm lang worden (post, pos, [N 83 (1981)] III-4-2
postbode facteur (fr.): fakteur (Born), faktø.r (Born), post: pos (Born) de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] || postbode [RND] III-3-1
postkoets postkoets: post-kótsj (Born) een reiswagen in geregelde dienst voor het vervoer van passagiers [postkoets, post, postkaars, diligence] [N 90 (1982)] III-3-1
postzegel postzegel: poszegel (Born) het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)] III-3-1