e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L428p plaats=Born

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sober sobertjes: sóberkes (Born) afkerig van overdaad of overmaat [sefiel, sober] [N 85 (1981)] III-1-4
soda soda: sōda (Born), waspoeder: wɛšpui̯ər (Born) de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)] III-2-1
soepvlees soepenvlees: soppevleisj (Born) soepvlees; Hoe noemt U: Mager vlees om soep van te koken (boelie, bouilli, soepvlees) [N 80 (1980)] III-2-3
sok sok: zuk (Born) Hoe noemt men de sok (de halflange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)] III-1-3
soldaat soldaat: səldô.t (Born) soldaat [RND] III-3-1
soldaten soldaten: səldo.tə (Born), soldatenvolk: soldatenvolk (Born) algemene naam voor soldaten [volk, soldatenvolk, soldaterij] [N 90 (1982)] || soldaten [RND] III-3-1
soorten soldaten lijkenpikker: liekenpikker (Born), piot: Van Dale: (gew. en Barg.) infanterist.  piot (Born), zandhaas: Van Dale: zandhaas, 2. (spott.) ben. voor infanterist.  zandhaas (Born) welke verschillende soldaten onderscheidt u [piot, zandhaas, kalkvreter] [N 90 (1982)] III-3-1
sousbras sousbras: subras (Born) Schuingesneden zemen of gummi lapje, in de armsgaten van japonnen en mantels gedragen tegen het doorzweten in de oksels. [N 59, 132] II-7
spaak speken: špęi̯kǝ (Born) Elk van de houten staven die de verbinding vormen tussen de velg van het wiel en de naaf. Afhankelijk van de omtrek van het wiel zijn er tien tot zestien spaken. Er zijn twee soorten spaken: ronde en platte. Voor zover ze specifieke benamingen krijgen, worden ze behandeld onder A resp. B. [N 17, 61a-b + 62a-b; N 18, 99; N G, 44a; JG 1a; JG 1b; JG 2b; S 34; A 4, 20b; L 20, 20b; L 7, 13; monogr.] I-13
spaarkast spaarkast: spārkast (Born) Soort bijenkast. Volgens informanten is de spaarkast enkelwandig (L 265), een kast met bovenbehandeling (L 333) en zonder binnenbak (L 289). Doordat men de kast enkelwandig maakt, bespaart men hout. [N 63, 9] II-6