e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L428p plaats=Born

Overzicht

Gevonden: 2920
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glijden sleuren: sjlēren (Born) Glijden: zich langs en oppervlak gemakkelijk, met zeer weinig wrijving voortbewegen (glijden, slibberen, glissen, schuiven, slifferen, slipperen, schampen). [N 84 (1981)] III-1-2
glimlachen grimslachen: grimslachen (Born) onhoorbaar lachen door de mond te vertrekken [monkelen, glimlachen] [N 85 (1981)] III-1-4
glimworm glimworm: WLD  glimworm (Born), lichtkever: WLD  licht kever (Born) Het wijfje is vleugelloos, 12-18mm lang, bruinachtig van kleur, het halsschild is geel omrand. Het heeft vrij sterke lichtorganen op het einde van het achterlijf (glimworm, lichtmaaike, viermaai, gloeiige worm) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u een soort kever: het mannetje is gevleugeld. Het kan 11-16mm lang worden. Het is bruinachtig van kleur en is in staat een geelgroen licht uit te stralen met behulp van lichtorganen op het achterlijf (glimkever) [N 83 (1981)] III-4-2
gluiperd gluiperd: gluiperd (Born), sluiperd: schluperd (zn.) (Born) een gluiperig, niet eerlijk persoon [gluiperd, luiperd, kattin] [N 85 (1981)] || gluiperig: hij is - [DC 16 (1948)] III-1-4
gluiperig gluiperig: gluiperig (Born), sluiperig: schloeperig (Born) gluiperig: hij is - [DC 16 (1948)] || huichelachtig, op bedekte wijze, niet open, niet eerlijk [gluips, gluiperig, slinks, wenslinks] [N 85 (1981)] III-1-4
goed opschieten met zijn werk opschieten: opscheeten (Born) goed opschieten met zijn werk [plakken] [N 85 (1981)] III-1-4
goedkoopste rang in een schouwburg uilenkot: ulekot (Born) De goedkoopste rang in een schouwburg [uilekot]. [N 90 (1982)] III-3-2
goedzak godszak: godszak (Born) een persoon die altijd goed handelt en goed is voor andere mensen [goedzak, godsblok] [N 85 (1981)] III-1-4
golf baar: baar (Born) golf, bolle verheffing op de waterspiegel, meestal veroorzaakt door de wind [baar, zwolp] [N 81 (1980)] III-4-4
golven ww. golven: golven (Born) golven (ww), rijzen en dalen van water [gurzelen] [N 81 (1980)] III-4-4