24991 |
poeder, pulver |
poeder:
poeier (L428p Born)
|
tot fijn gruis of zeer fijne koreltjes gemaakte vaste stof [peder, pulver, poeder, stof] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
22661 |
poesjenellenkelder |
poesjenellenkelder:
poesjenellekelder (L428p Born)
|
De ruimte waar marionettenvoorstellingen gegeven worden [poesjenellekelder, poesje]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
18544 |
pofbroek |
pofboks:
niet omgespeld
pŭfbŭks (L428p Born)
|
een plusfour (pofbroek, drollenvanger, bugelbroek) [N 59 (1973)]
III-1-3
|
21078 |
poffen |
poffen:
póffe (L428p Born)
|
afbetaling, Op ~, op de pof kopen [poffen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18052 |
pokdalig |
pokkelig:
pokkelig (L428p Born)
|
pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21437 |
politieagent |
police (fr.):
polis (L428p Born)
|
een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24431 |
pompen van de meikever |
geld tellen:
WLD
geld tellen (L428p Born)
|
Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
29093 |
pompen, vermaken |
pompen:
pømpǝ (L428p Born)
|
Vermaken van kleding. Aangeven van aan te brengen veranderingen in verband met niet goed passen (Meima I, pag. 6). [N 59, 190a; N 62, 21b; MW]
II-7
|
28733 |
pompier |
pompier:
pompier (L428p Born)
|
Persoon die kleding verandert of de kleermakersknecht die in de pomp werkt, dat wil zeggen de kleermaker die in een confectiemagazijn het confectiewerk passend maakt. [N 59, 195c]
II-7
|
21170 |
ponton |
ponton (fr. <it.):
ponton (L428p Born)
|
een drijvende brug (ponton) [N 90 (1982)]
III-3-1
|