34266 |
vee |
beesten:
bēɛstǝ (L428p Born),
vee:
vēǝ (L428p Born)
|
Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-11
|
20503 |
veel drinken |
leuteren:
leuteren (L428p Born)
|
drinken; Hoe noemt U: Veel en met graagte drinken (loeriën, leerzen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18547 |
veel te wijde broek |
te wijd zijn:
te wiet (L428p Born),
vollige boks:
völlige bŏks (L428p Born)
|
een broek voor een gezet figuur [N 59 (1973)] || een veel te wijde broek [N 59 (1973)]
III-1-3
|
20497 |
veelvraat |
vreetzak:
vrèètzak (L428p Born)
|
veelvraat; Hoe noemt U: Iemand die gulzig is, gulzigaard (vraat, fretter, veelvraat, doorjager) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24262 |
veer |
veer:
véér (L428p Born)
|
veer: elk der huidbekleedsels van een vogel bestaande uit een buisje dat aan weerszijden baarden en baardjes draagt (pluim, veer) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
21182 |
veerpont |
veer:
vëër (L428p Born)
|
het vaartuig dat dient om voertuigen, personen enz. over een rivier te voeren [pont, veer, pomp, overzet, overzetter, overlaat, vlot] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19959 |
veger |
veger:
vę̄gǝr (L428p Born)
|
Kunstzwerm bij het kastimkeren, samengesteld uit koningin en jonge bijen. In plaats van de koningin te zoeken veegt men bij deze methode al de bijen van de ramen in een lege kast, waarin dan de nodige ramen gehangen worden. De vliegbijen zullen de veger verlaten en terugkeren naar de oude staanplaats. Zo blijven alleen de koningin en de zeer jonge bijen in de nieuwe kast. De oude kast zal, wanneer zij de moerloosheid vaststelt, koninginnendoppen aanzetten om het oude peil opnieuw te bereiken (Eeckhout, pag. 148). [N 63, 92b; N 63, 37e]
II-6
|
24919 |
veld, open land |
veld:
veldj (L428p Born)
|
veld, open land buiten de steden en dorpen, voor akkerbouw [pals] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
21742 |
veldfles |
veldfles:
veldjfles (L428p Born)
|
een fles die men op mars meeneemt om er onderweg uit te kunnen drinken [veldfles, bobbelke] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24264 |
veldleeuwerik, leeuwerik |
leeuwerik:
leeuwerik (L428p Born),
liewerk:
leeuwerk (L428p Born)
|
Hoe heet de veldleeuwerik? [DC 06 (1938)] || leeuwerik [Roukens 03 (1937)]
III-4-1
|