e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Born

Overzicht

Gevonden: 2920
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dooier doren: dǭrǝ (Born) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doopjurkje doopkleed: doͅ.upklɛ.it (Born) doopkleed [RND] III-3-3
doopvont doopvont: doͅ.upfunt (Born) doopvont [RND] III-3-3
door elkaar, verward ongeregeld: ongeregled (Born), verward: verward (Born) niet volgens vaste regels geschikt [ongeregeld, onverschillig] [N 91 (1982)] || op ongeregelde wijze dooreengemengd [verward, verstreuveld] [N 91 (1982)] III-4-4
doorn, stekel doorn (mv.): døͅr (Born) doornen [RND] III-4-3
doorputten doorputten: dōrpøtǝ (Born) Naaien met de putsteek. Zo goed als onzichtbaar doornaaien. De putsteek wordt gebruikt om kanten meerdere vastheid te geven en twee of meer stoflagen op elkaar te verbinden. Het is een zeer klein gestoken achtersteekje (Gerritse, pag. 41). [N 59, 61; N 59, 58; N 59, 55] II-7
doorslaan steek inslaan: stēk enslǭn (Born) Het aangeven van de lijnen met een dubbele draad of door middel van een doorslagsteek. [N 59, 51a; N 62, 6] II-7
dopen dopen: dö.ypə (Born, ... ) doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] III-3-3
doperwten doperwten: WLD  doperwt (Born) De jonge erwten die uit de dop gehaald moeten worden; doperwt (poolerwt, dopper, doperwt, pelerwt). [N 82 (1981)] I-7
dorpel dorpel: dø̜rpǝl (Born) Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld] II-9