e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boukoul

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tweede klaveroogst tweede snid: twēdǝ šnē.t (Boukoul) In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c] I-3
uienpannenkoek ajuinenkoek: Syst. WBD  oojekook’ (Boukoul) Pannekoek met in schijven gesneden uien (oojekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
uier uier: yi̯ǝr (Boukoul) Uier, alle tepels samen. [N 19, 19b; JG 1a, 1b] I-12
uiteen poten ver uiteen: vɛr utęi̯n (Boukoul) De pootaardappelen verder uiteen zetten dan men gewoonlijk doet. Bij de bijwoordelijke uitdrukkingen in dit lemma moet steeds het werkwoord voor "poten": ɛpoten, plantenɛ of ɛzettenɛ, worden toegevoegd; zie daartoe het lemma Poten. [N M, 18b] I-5
uiteenploegen uitereenvaren: ūtręi̯.nvã.rǝ (Boukoul) Manier van ploegen (met een "enkele" ploeg), waarbij de voren in de richting van de zijkanten van de akker worden omgekeerd. Nadat men aan een van beide zijden de eerste voor heeft geploegd, laat men de ploeg slepend over de wendakker gaan naar de andere zijde, om daar de tweede voor te ploegen. Via de andere wendakker verplaatst men zich weer naar de overzijde. Achtereenvolgens ploegt men nu de 3e voor tegen de Ie, de 4e tegen de 2e, enz. Terwijl de sleepweg van de ploeg over de wendakkers steeds korter wordt, komen de beide voren dichter bij elkaar te liggen, totdat zij midden op de akker bij elkaar komen en daar een greppel of laagte vormen. Voor de termen aanschieten op de reen en op de reen beginnen zie men ook het lemma de eerste voor ploegen, onder C. [N 11, 48; N 11A, 121a; JG 1a + 1b; A 33, 1a + b; monogr.] I-1
uitslag vertonend brandig: brɛnjex (Boukoul) Gezegd van een varken dat lijdt aan de vlekziekte. [N 19, 27b] I-12
uitsliepen sliepuit doen: sjlīē.p oe.t doo.n (Boukoul) uitsliepen [sliep oet doon] [N 07 (1961)] III-3-2
uitwerpselen keutel: keu.tele (Boukoul), poep: poep (Boukoul), stront: sjtró.ntj (Boukoul) uitwerpselen [N 10c (1961)] III-1-1
uitwerpselen van koeien flater: flātǝr (Boukoul) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
unster ponder: wegen van bv. gra an  punjer (Boukoul) Weeginstrument met hefboomwerking. [N 18 (1962)] III-3-1