e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boukoul

Overzicht

Gevonden: 1309
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
endeldarm aarsdarm: aarsde.rm (Boukoul) endeldarm [aarsdarm, enteldeerm, gatdarm, teenentoewt] [N 10 (1961)] III-1-1
erwtenzetter, gereedschap om erwten te zetten erwtenpoter: e.rtepèù.ter (Boukoul) [N 18 (1962)] I-7
etensresten etensresten: Syst. WBD  èè.tesreste (Boukoul) Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)] III-2-3
evenaar, tweespanszwenghout warshout: wē̜rshǫu̯t (Boukoul) De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.] I-2
fazant fazant: feza.nt (Boukoul) fazant (83 bekende jachtvogel; hen bruin en kleiner dan de kleurige haan [N 09 (1961)] III-4-1
fijn droog stof stuifzand: štȳfzanjtj (Boukoul) Fijn droog stof op landwegen. [N 27, 37c] I-8
fitis fitis: fietis (Boukoul) fitis (11 talrijk in boompjes en struiken; zang zacht en zoetvloeiend [N 09 (1961)] III-4-1
fluim klark: kla.rk (Boukoul) fluim [klad, kwalster, kwaaier] [N 10a (1961)] III-1-2
fluimen uitspuwen klarken: kla.rke (Boukoul) spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)] III-1-2
fluiter amermusje: ao.memöske (Boukoul) fluiter (12,5 alleen in hoge loofbossen; vrij zeldzaam; roep vrij luid [djuu-djuu]; zang onder het vliegen [tjip-tjip-tjip-tjirrrrrrrr] [N 09 (1961)] III-4-1