e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boukoul

Overzicht

Gevonden: 1309
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geelgors geelgors: gèèl goers (Boukoul) geelgors (16,5 bruine stuit; man heeft meer of minder geel aan kop en borst; hele jaar overal buiten stad en dorp te zien; ook veel op trek; bekraste eitjes; roep [tsp]; zang eenvoudig [ti-ti-ti-ti-...du]; kooivogel [N 09 (1961)] III-4-1
geerakker geer: gēr (Boukoul) Onder een geerakker wordt hier verstaan dat deel van een akker dat gerend geploegd moet worden als de akker niet de vorm van een rechthoek of een parallellogram heeft. De benaming voor dit onderdeel is niet zelden ook op de gerende akker in zijn geheel toepasselijk. Opgaven die duidelijk de (geometrische) vorm of een scherpe hoek van een akker bleken te betreffen, zijn in dit lemma echter niet opgenomen. Zie verder ook het volgende lemma. [N 11, 4b + 64; N 11A, 127 + 137f + 137g; N P, 1; A 33, 9 add.; A 33, 10; JG 1a + 1b; JG 2b-4, 7; monogr.] I-1
geeuwen gapen: gaa.pe (Boukoul) gapen [N 10 (1961)] III-1-2
gehakt gehakt: Syst. WBD  gehak (Boukoul) Fijngehakt vlees (bilber?) [N 16 (1962)] III-2-3
gehemelte gehemelte: gehee.melte (Boukoul), raak: raa.k (Boukoul) gehemelte [raak, geemel] [N 10a (1961)] III-1-1
gehurkt zitten op het hukje zitten: op t hūū.kske zitte (Boukoul) hurken, op zijn ~ zitten [op de huuke, op znen huik, op zn huiketjes zitte] [N 10 (1961)] III-1-2
geitenmelksepap geitenmelkspap: Syst. WBD  gei.temèlkspap’ (Boukoul) Pap van geitemelk (mienekespap?) [N 16 (1962)] III-2-3
gekookte hersens frikadellen: Syst. WBD  frikkedel’ (Boukoul), gekookte harren: Syst. WBD  gekoa.kte herre (Boukoul) Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)] III-2-3
gekraagde roodstaart roodstaartje: roodsjtert, roodsjtertje (Boukoul) gekraagde roodstaart (14 rood trilstaartje; man heeft zwart gezicht en iets rossige buik; zomervogel; algemeen; broedt in boomgaten; roep [uuiet-tak-tak]; zachte, heldere zang begint met [jie-dru-dru] [N 09 (1961)] III-4-1
gekruld haar krulhaar: kró.lhaor (Boukoul) gekruld haar [N 10 (1961)] III-1-1