e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

Gevonden: 6062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doornappel duivelskoren: di-jvelskure (Bree) doornappel III-4-3
doornhaag doornenheg: dērǝnhęx (Bree) Haag van haagdoorns of andere doornstruiken. [A 25, 4a; R I, 46; Vld.; monogr.] I-8
doorschieter doorpinner: dyrpenǝr (Bree) Aardappelstruik waaraan zich door overmatige groei steeds nieuwe scheuten en aardappeltjes vormen. [N 12, 9; monogr.] I-5
dopeling dopeling: deipeling (Bree) de dopeling, het doopkind [N 96D (1989)] III-2-2
dopen dopen: de.ipə (Bree), de.əpə (Bree), deipe (Bree), ein kijntsj deipen (Bree), soppen: soͅpə (Bree) doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || Dopen. [N 96D (1989)] || Een kind dopen. [ZND 23 (1937)] || indopen van het brood b.v. in de koffie: soppen [N 08 (1961)] III-2-3, III-3-3
doperwten doperwten: Bree Wb.  doperte (Bree), peulerwten: pōlēͅ.rtə (Bree) [Goossens 1b (1960)]De jonge erwten die uit de dop gehaald moeten worden; doperwt (poolerwt, dopper, doperwt, pelerwt). [N 82 (1981)] I-7
dophei dophei: Bree Wb.  dophei (Bree) Dophei (erica tetralix een 10 tot 50 cm lage plant. De stengels zijn stijf behaard; de bladeren bevinden zich in 4-tallige kransen, ze zijn smal, ongesteeld en niet afvallend; aan de rand zijn de bladeren klierachtig behaard; de bloemen bevinden zich in [N 92 (1982)] III-4-3
dorp dorp: derəp (Bree), dé[ə}rep (Bree), də bo‧rə hauwə vi‧əf aosə en niəgə kij en twelf šao‧p vi‧r ⁄tɛrp chəbracht, dij waouaə zə vərkaoupə (Bree) De boeren hadden vijf ossen en negen koeien en twaalf schapen voor het dorp gebracht, die wilden ze verkopen. [ZND 04 (1924)] || dorp [ZND m], [ZND m] III-3-1
dorpel dorpel: dørpǝl (Bree), dø̄rpǝl (Bree), dø̜rpǝl (Bree), dęrpǝl (Bree), dīrǝpǝl (Bree), zul: zęǝl (Bree) Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld] II-9
dorpsgenoot dorpsgenoot: dorpsgenuut (Bree) Noem het (dialect)woord voor: mensen die in hetzelfde dorp wonen als u? [dorpsgenoot] [N 102 (1998)] III-3-1