e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koorts koorts: ko`rs (Bree), kors (Bree, ... ), korsen (Bree, ... ), kŏrse (Bree), koͅrs (Bree), koͅrsə (Bree, ... ) hij heeft (de) koorts [ZND 28 (1938)] || koorts [RND], [ZND m], [ZND m] III-1-2
koorzanger koorzanger: kuurzenger (Bree) Een koorzanger, lid van het zangkoor [zenger, koeërzenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
koot koot: kűǝt (Bree) Het korte been onmiddellijk boven de hoef, zowel van de voor- als achterpoot. 1Het is één van de belangrijkste lichaamsdelen van het trekpaard. Zie afbeelding 2.25. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1, 32.2, 32.3, 32.7, 32.10, 32.14, 32.15 en 32.16] I-9
kop kop: kop (Bree) [JG 1a, 1b] I-9
kop van de schoof aren: ǭrǝ (Bree), kop: kǫp (Bree) De bovenkant van de schoof, daar waar zich de aren bevinden. Zie afbeelding 7. [N 15, 21b; JG 1b] I-4
kopdorser kopdorser: kǫp˱dorsǝr (Bree) Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
kopje jatte (fr.): sjat (Bree), zjat (Bree, ... ), Van di-j gotigheid höbste gein zjat nudig: van dat goed spul is een beetje al voldoende  zjat (Bree), jatte-tje: zetsje (Bree), zjetsje (Bree), kommetje: kimke (Bree), Eè kumke mölk  kumke (Bree), tas: tas (Bree, ... ) een grote drinkkop zonder oor || een grote kop zonder oor || een kopje zonder oor || kommetje of een kopje zonder oor || kop || kopje || kopje, tas [ZND 28 (1938)] III-2-1
kopjeduikelen kopjeschieten: koͅpkə schetə (Bree), köpke sjete (Bree), De vraag kan zijn waarom hier sjete gebruikt wordt. Eenzelfde verschijnsel doet zich voor in de uitdr. "Ze sjuut mich weg (ze vertrok) iêr ich ûtgekaldsj waas". Of heeft het misschien te maken met Russische roulette?  köpke sjete (Bree) 1. Koprollen (in de turnles). || Koprollen (of kopje duikelen) o.a. in de turnlessen. || over de kop buitelen (duikelen, voorover vallen) [ZND B1 (1940sq)] III-3-2
kopnet kopnet: kǫp˱nø̜t (Bree) Vliegennet dat alleen over het hoofd van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83a] I-10
koppelen koppelen: koppele (Bree), koppelen (Bree) koppelen; twee personen tot een huwelijk met elkaar brengen [lappen, koppelen] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)] III-2-2