e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krijt krijt: een stekske wit kriet (Bree), krīt (Bree) Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)] || krijt [ZND m] III-3-1
krioelen krioelen: krioele (Bree), wemelen: wemele (Bree, ... ) Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (event. met veel lawaai) (krioelen, broeliën, krielen, kriewelen, kriemelen, wriemelen, wriemelen, grimmelen, wemelen). [N 84 (1981)] || Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (krioelen, kriemelen, wriemelen, friemelen, wemelen) [N 108 (2001)] III-1-2
kroep kroep: krop (Bree, ... ), króp (Bree) Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 107 (2001)], [N 84 (1981)] III-1-2
kroeshaar kroezelhaar: krøyzəlhōͅr (Bree), krûzelhoar (Bree) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krols bronstig: brōnsex (Bree), lopig: leͅi̯pex (Bree) loops, geslachtsdriftig ve kat [N 19 (1963)] III-2-1
krom, met bochten krom: krómp (Bree) afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)] III-4-4
krommen, ombuigen draaien: drejje (Bree), krom buigen: kromp buige (Bree), omplooien: omplujen (Bree) Krommen: een kromme gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien, krom maken) [N 108 (2001)] || Krommen: een kromme, gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien). [N 84 (1981)] || Ombuigen: een andere richting geven (ombuigen, (om)plooien) [N 108 (2001)] III-1-2
kroon kroon: krū[ə}n (Bree), ən krūn (Bree), kroontje: krī[ə}nkə (Bree), kroontje (Bree) een kroon [ZND A2 (1940sq)] || kroon [ZND m], [ZND m] III-3-1
kroonkandelaar, luster houteren luster: houten  huitere lusters (Bree), vlaamse luster: vlaamse lusters (Bree) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
kroppen, gezegd van voedsel in de keel blijven steken: inne kèèl bli-jve stèke (Bree) Hoe noemt U: In de slokdarm blijven steken, gezegd van een hap voedsel (kroppen) [N 80 (1980)] III-2-3