18244 |
kwastje aan een halsketting |
trosje:
tröskes (L360p Bree)
|
Gouden kwastjes aan een halsketting [trosjes] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
24880 |
kweek |
puinen:
peinə (mv.) (L360p Bree),
pęi̯.nǝ (L360p Bree),
pɛinə (L360p Bree),
wilde grassoort met wortelstokken
peine (L360p Bree)
|
Elymus repens (L.) Gould Zeer algemeen voorkomend hardnekkig onkruid op gras- en bouwland en op akkerranden, dat er grasachtig uitziet met een rechtopstaande aar en donker- tot grijsgroen blad. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 30 tot 120 cm. Het is een lastig kruipend onkruid met veel onderaardse wortelstokken, die wel als veevoeder gebruikt worden. De boer verwijdert het met de eg uit de akker. Deze plant is ook wel bekend onder de oude naam kweekgras of tarwegras (Triticum repens L.). Zie in verband met de vele puin-opgaven de speciale bibliografie onder Goossens 1985; 1987 en 1988, 109-126. [N 11, 71; JG 1a, 1b, 2c; A 27, 24b; A 28, 10; A 29, 6 en 9; A 33, 17; L 34, 52; L 48, 18; Lu 2, 18; Lu 4, 9; S 20; monogr.; add. uit N 11, 70, 72, 80a en 88] || kweekgras (Agropyrum repens) [Lk 04 (1953)] || puinen
I-5, III-4-3
|
33552 |
kweepeer |
kweekpeer:
kwiekpèr (L360p Bree),
kweepeer:
kweepeer (L360p Bree),
kwiepèr (L360p Bree)
|
[ZND 29 (1938)]
I-7
|
21344 |
kwellen |
geplaagd zijn:
geploagd zeen (L360p Bree)
|
lichamelijk of geestelijk leed veroorzaken [plagen, kwellen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21788 |
kwelling/pesterij |
plagerij:
ploageri-j (L360p Bree)
|
het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19105 |
kwezel |
kwezel:
kwezel (L360p Bree),
kwé.zil (L360p Bree),
waat ein kwezel (L360p Bree, ...
L360p Bree,
L360p Bree)
|
Een bidziel, bidmens, kwezel, overdreven vrome persoon. [N 96B (1989)] || Kwezel. [ZND m] || Wat een kwezel! [ZND 29 (1938)]
III-3-3
|
23736 |
kwezelachtig |
kwezelachtig:
kwezelechtig (L360p Bree)
|
Kwezelachtig. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17692 |
kwijl |
zever:
zeiver (L360p Bree, ...
L360p Bree)
|
Kwijl: uit de mond lopend speeksel (zever, kwijl). [N 106 (2001)], [N 84 (1981)]
III-1-1
|
21833 |
kwinkslag |
slag:
eine slaag (L360p Bree)
|
een grappig, koddig gezegde [slag, dreun] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19980 |
kwispelstaarten |
kwispelen:
kwispele (L360p Bree),
Bree Wb.
kwispele (L360p Bree),
kwispelstaarten:
kwispelstarte (L360p Bree)
|
Hoe noemt u de staart heen en weer bewegen, als teken van vriendschap, gezegd van honden (kwispelen, kwipselen, kwipselstaarten, kwispelstaarten) [N 83 (1981)] || kwispelstaarten [ZND 29 (1938)]
III-2-1
|