e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
manziek heet: heît (Bree) manziek [heet] [N 10C (zj)] III-2-2
maretak maretak: -  ma:rentak (Bree), maretak (Bree), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u 155 en van ZND15, 011  marentak (Bree) maretak [DC 46 (1971)], [ZND 01 (1922)] III-4-3
margriet pinksterbloem: -  pinksterbloom (Bree, ... ) margriet [DC 42 (1967)] || margriet (Chrysanthemum leuchanthemun) [DC 42 (1967)] III-4-3
maria-hemelvaart hemelvaartsdag: hemelvaartdaag (Bree), onze-lieve-vrouw-halfoogst: olvr half oogst (Bree), onze-lieve-vrouw-hemelvaart: hetzelfde als in t nederlandsch uitgezonderd leve in plaats van lieve  onze leve vrouw hemelvaart (Bree) 15 augustus, Maria Hemelvaart [O.L. Vrouw Kruidwis, eerste Lievevrouw(endag), Hoge Lievevrouw, Vroege Lievevrouw, O.L. Vrouw kroedwien]. [N 96C (1989)] || Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)] III-3-3
maria-lichtmis lichtmis: leechtmis (Bree) 2 februari, Maria Lichtmis, de dag waarop in de kerk kaarsen gewijd worden [Maria-Littemis]. [N 96C (1989)] III-3-3
marjolein marjolein: Bree Wb.  marjelein (Bree) Marjolein (origanum majorana). Kleine, witte bloempjes, half verscholen tussen groene blaadjes, die dicht opeen staan, en tot bolletjes verenigd zijn, 3 of 4 zulke bolletjes op lange stelen in de bladhoeken en aan de top (palingskruid, madelein, dubbele p [N 92 (1982)] III-4-3
markt markt: in `t midde van de mert (Bree, ... ), int midde vanne mert (Bree), mae.rət (Bree), mert (Bree), meͅrət (Bree), laatste e in merret is dof  dwêrs iever de merret (Bree) Dwars over de markt [ZND 23 (1937)] || een markt [ZND A1 (1940sq)] || In het midden van de markt. [ZND 38 (1942)] || markt [RND], [ZND m] III-3-1
marktkraam kraam: kroam (Bree) een tent, een stalletje op de markt waarin de goederen tentoongesteld zijn [kraam, schob] [N 89 (1982)] III-3-1
marktplein markt: mert (Bree) het plein in een stad of dorp waar markt gehouden wordt [mert, marktveld] [N 90 (1982)] III-3-1
marmer marber: marber (Bree, ... ), marmer: ma.remer (Bree, ... ), marmer (Bree, ... ) marmer [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] || marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)] III-4-4