21288 |
melkboer |
melkboer:
mɛləkbo.r (L360p Bree)
|
melkboer [RND]
III-3-1
|
24808 |
melkdistel |
distel:
Bree Wb.
distel (L360p Bree),
melkdistel:
mɛlkdestəl (L360p Bree),
scheve:
chève (L360p Bree, ...
L360p Bree)
|
[ZND 01 a-m (1922)]melkdistel [ZND 01 (1922)] || Melkdistel (sochus oleraceus 20 tot 100 cm groot. De bladeren zijn meestal ingesneden en de stengel omvattend, zacht stekelig getand, dofgroen van kleur. De bloemhoofdjes zijn klein, de bloemen zijn lichtgeel. Bloeitijd van juni tot oktober (zijdistel, [N 92 (1982)]
I-7, III-4-3
|
34226 |
melken |
melken:
mølkǝ (L360p Bree),
mø̜lkǝ (L360p Bree),
mø̜lkǝn (L360p Bree),
męlkǝn (L360p Bree),
mɛ.lkǝ (L360p Bree)
|
Melk uit de uiers van de koe drukken. Zie afbeelding 9. [L 38, 44; JG 1a, 1b; Wi 26; Vld.; monogr.]
I-11
|
33778 |
melkgebit |
melktanden:
mę.lǝktan (L360p Bree)
|
Tot twee en een half à drie jaar hebben de paarden een melkgebit of veulenstanden. De twee middelste snijtanden komen door in de eerste levensweek van het veulen (soms zijn ze bij de geboorte al aanwezig), binnen een maand of zes weken gevolgd door de snijtanden ernaast. De twee laatste snijtanden volgen tussen de zes en negen maanden, waarna het melkgebit compleet is. De veulenstanden zijn wit van kleur in tegenstelling tot het wat gelige vast gebit en lopen naar de basis toe in een punt uit. [JG 1a, 1b; N 8, 18a]
I-9
|
34079 |
melkgebit van kalveren |
kalvertanden:
kau̯vǝrtan (L360p Bree),
melktanden:
mølǝktan (L360p Bree)
|
[N 3A, 108a]
I-11
|
34346 |
melkgift van de zeug |
zuig:
zyg (L360p Bree),
zuik:
zyk (L360p Bree),
˲sȳǝk (L360p Bree)
|
[N 19, 20]
I-12
|
19514 |
melkkannetje |
melkkannetje:
mölkkenke (L360p Bree),
melkpot:
møͅlekpoͅt (L360p Bree),
melkpotje:
mələkpətšə (L360p Bree)
|
melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)]
III-2-1
|
34129 |
melkkoe |
echte melkkoe:
ęxtǝ mø̜lkøu̯ (L360p Bree)
|
Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148]
I-11
|
34096 |
melkkuil |
melkpot:
mølǝkpǫt (L360p Bree)
|
Opening waardoor melkaders uit het lichaam van de koe komen. [N 3A, 118b]
I-11
|
34098 |
melkspiegel |
melkspiegel:
mølǝkspēgǝl (L360p Bree),
mø̜lkspēgǝl (L360p Bree)
|
Plaats achter de uier waar de haren in de verkeerde richting liggen. [N 3A, 118d]
I-11
|