e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neus van een schoen tip: tep (Bree), tip (Bree) neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)] III-1-3
neusgaten neusgaten: nāsgatə (Bree), neuskotten: naaskuter (Bree), nāskytə (Bree) neus: neusgaten [N 10 (1961)] III-1-1
neusklem ring: reŋk (Bree), ręŋk (Bree), scheer: šīr (Bree) Klem in de neus van een stier. [N 3A, 14d] I-11
neusriem snuitriem: snø̜̄.trim (Bree) Leren riempje van het hoofdstel dat over de neus van het paard loopt. [N 13, 23] I-10
neusring naasring: nāsreŋk (Bree), ringnagel: reŋknāgǝl (Bree) Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.] I-12
neusvleugel neusvleugel: naasvliêgel (Bree), naasvlīēgel (Bree) neusvleugel [N 10b (1961)] || Neusvleugel: beweeglijke buitenwand van een neusgat (neusvleugel, neusvleuger) [N 106 (2001)] III-1-1
nevelslinnen mutsje met plooienrand en kinbanden slaapmuts: sloͅpməts (Bree) mutsje, nevelslinnen ~ met een plooienrand en kinbanden {afb} [nevelskepke, - kap, ievelskepke] [N 25 (1964)] III-1-3
nicht nicht: nicht (Bree) nicht; de kinderen van een oom of tante [ZND 11 (1925)] III-2-2
nier nier: neer (Bree), nēr (Bree, ... ) een nier [ZND A2 (1940sq)] || nier [N 10 (1961)] III-1-1
nierbekkenontsteking nierziekte: nērzēkdǝ (Bree), tretsen: trɛtsǝ (Bree) Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43] I-11