e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
niersteen niersteen: neerstein (Bree) Nier-, gal- en blaassteen: steenachtige zelfstandigheid in galblaas, nieren of blaas (steen, graveel, graveelsteen). [N 84 (1981)] III-1-2
niet behouden niet behouden: nēt bǝhau̯wǝ (Bree), weer tuchtig: wēr tøxtǝx (Bree) Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b] I-11
niet drachtig leeg: lē̜x (Bree), mans: mau̯s (Bree) [JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.] I-11
niet gehalveerde poortvleugel halve deur: hau̯f˱ dīǝr (Bree), slagdeur: slāxdīr (Bree) Een scharnierende poort bestaat meestal uit twee vertikaal verdeelde planken helften of vleugels. Bedoeld wordt een poortvleugel die niet zelf nog eens gehalveerd is. Zie voor dit laatste het lemma "gehalveerde poortvleugel" (4.1.7). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18.c bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42a; monogr.] I-6
niet gunnen niet toewijzen: ps. omgespeld volgens Frings.  zə wērt nēt tøi̯wgəwīəzə (Bree) ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)] III-3-1
niet zindelijk nog niet droog: nog neet driêg (Bree), nog niet proper: nog neet pruper (Bree) onzindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften niet beheersend; onzindelijk, gezegd van kinderen [N 86 (1981)] III-2-2
nietsnut luierik: leijerik (Bree), luizenkloot: Ich verstoan neet, detter zich möt zuu eine lûzekluut wiltsj ophauwe  lûzekluut (Bree), luizenkramer: Letterlijk  lûzekriêmer (Bree), snertkerel: snertkèrel (Bree), voddenvent: voddevent (Bree) (marktkramer) van niks || een persoon die tot niets deugt [leep, nietsnut, nietsnutter, nietsnutterik] [N 85 (1981)] || iemand die niets doet [druil, plod, patrak, loefer] [N 85 (1981)] || vent van niks III-1-4
nieuwe maan nieuwe maan: niêw moan (Bree) schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
nieuwjaar nieuwjaar: nûwjoar (Bree) 1 januari, de eerste dag van het nieuwe jaar [ni-jjaor]. [N 96C (1989)] III-3-2
nieuwjaar wensen nieuwjaar wensen: nûwjoar wensen (Bree) Nieuwjaar wensen, Nieuwjaar winnen, afwinnen. [N 96C (1989)] III-3-2