e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pootjebaden door het water lopen: dy(3)̄rt watər løͅypə (Bree) lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)] III-1-2
pootjesblaas net: nø̜t (Bree) De tweede blaas waarin de voorpoten van het kalf zitten. [N 3A, 52b] I-11
pop pop: poop (Bree), pop (Bree, ... ), poppen (Bree), poêp (Bree), pŏp (Bree), pòp (Bree, ... ), póp (Bree) 1. Speelgoedpop. || Een pop. [ZND 40 (1942)] || Lievelingsspel 1. [SND (2006)] || pop [GTRP (1980-1995)] || Pop. [Willems (1885)], [ZND m] III-3-2
populier (alg.) popelaar: Bree Wb.  póppeleer (Bree), populier: -  populier (Bree) De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] || populier (Populus) [DC 69 (1994)] III-4-3
porringdraad metsdraad: mø̜ts˱droǝt (Bree) De draad waarmee de boog wordt afgetekend. Eén uiteinde van de draad wordt vastgehecht in het porringpunt, met het andere wordt de boog bepaald. Uit de woordtypen 'metselkoord' (L 292), 'metskoord' (Q 83), 'metsdraad' (L 360) en 'metseltouw' (L 432, Q 111) blijkt dat ook het 'metselkoord' als porringdraad werd gebruikt. In L 414 werd het aftekenen met behulp van een 'klokpasser' ('klǫkpasǝr') gedaan. [N 32, 17f] II-9
porselein porselein: pǫrsǝlē̜n (Bree) Verzamelnaam voor ceramische produkten die gebakken zijn uit porseleinaarde waar zekere bijvoegsels door zijn gemengd. Porselein kenmerkt zich door het feit dat het in tegenstelling tot bijvoorbeeld gleiswerk, fijn, wit en halfdoorschijnend is en een ongekleurd, sterk glimmend glazuur vertoont. [Wi 53; L 35, 78; N 20, 5; monogr.] II-8
porseleinbloempje schildersverdriet: Bree Wb.  sjildersverdriet (Bree) Porselein bloempje (saxifraga umbrosa). Het porselein bloempje, ook Judastranen geheten, doet dienst als dankbaar zaadplantje in niet al te natte en donkere tuinen, dat bij ons goed voort wil, maar bij strenge vorst, zonder sneeuwbedekking, meestal afster [N 92 (1982)] III-2-1
portefeuille portefeuille (fr.): portefeuille (Bree) de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] III-3-1
portemonnee, beurs beurs: bīrs (Bree), geldbuidel: (geldsj)bi-jgel (Bree), portemonnee (<fr.): ne lère portemenee (Bree), portemenee (Bree), portemonnaie (Bree) een beurs [ZND A1 (1940sq)] || Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)] || geldbeurs || portemonnee [ZND m] III-3-1
portret, foto foto: foͅto (Bree), portret (<fr.): pertret (Bree), portret (Bree, ... ), e zoals in belle  portret (Bree) Portret. [ZND 40 (1942)] III-3-2