21740 |
rekruut |
schacht:
schacht (L360p Bree)
|
een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23403 |
relikwie |
relikwien:
rillekwi-je (L360p Bree)
|
De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21358 |
rente |
interest:
intrest (L360p Bree),
ps. omgespeld volgens Frings.
entreͅst (L360p Bree)
|
Rente [intrest?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21892 |
rentenieren |
rentenieren:
rentenére (L360p Bree)
|
leven van de inkomsten van je goederen of kapitaal [heren, rentenieren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
25095 |
repareren |
oplappen:
oplappen (L360p Bree)
|
repareren, opknappen [oplappen, flikken, lameseren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24548 |
reseda |
reseda:
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal
reseda (L360p Bree),
theebloemetje:
Bree Wb.
theebleemke (L360p Bree, ...
L360p Bree)
|
[N 92 (1982)] [ZND 35 (1941)]Reseda (reseda odorato). Een 20 tot 60 cm grote plant. De stengels groeien rechtop en zijn sterk vertakt; de bladeren zijn dubbel veerspletig; de bloemen groeien in trossen, met 6 gespleten kroonbladeren, lichtgeel van kleur en reukloos. De vruchten zijn [N 92 (1982)]
I-7, III-4-3
|
20559 |
rest in het glas |
klatsje:
kletske (L360p Bree, ...
L360p Bree),
kleͅtskə (L360p Bree),
klets:
Dat b.v. in een glas is achtergebleven
klits (L360p Bree),
pritsje:
pritske (L360p Bree)
|
kleine hoeveelheid drank die onder in een glas overblijft [ZND 36 (1941)] || restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)] || verschaald bier
III-2-3
|
24302 |
restant vissen |
bakvis:
bakvös (L360p Bree),
forel:
foröl (L360p Bree),
maan:
mōͅn (L360p Bree),
pootvis:
puutvös (L360p Bree),
snoek:
snook (L360p Bree, ...
L360p Bree),
zalm:
zalm (L360p Bree, ...
L360p Bree)
|
forel [N102 (1998)] || pootvis || snoek [Willems (1885)] || vis, div. soorten [ZND m] || vis, om te bakken || zalm [N100 (1997)], [Willems (1885)]
III-4-2
|
24230 |
restant vogels |
jonge spreeuw:
joeng sprīēf (L360p Bree),
korren:
kóren (L360p Bree),
v duiven
kòrre (L360p Bree),
paardsvink:
pèèrsvink (L360p Bree),
wijfjesvink:
wi-jfkesvink (L360p Bree)
|
jong van de spreeuw [ZND 43 (1943)] || kirren [ZND m] || paardevink || vink, vrouwtje
III-4-1
|
24295 |
restant zoogdieren |
bever:
biivər (L360p Bree),
das:
das (L360p Bree),
pels:
pɛə.ls (L360p Bree)
|
bever [ZND m] || das [Willems (1885)] || vel, pels ve dier [ZND m]
III-4-2
|