e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rode bieten koolraabjes: koelraapkes (Bree) rode bieten; Wanneer ze als groente voor het eten bestemd zijn en er wordt thuis gevraagd: "Wat eten we vandaag?"wat wordt er dan geantwoord? "We eten vandaag ............. [DC 49 (1974)] III-2-3
rode bosbes hondsbeer: hònsbiêr (Bree) rode bosbes III-4-3
rode bosmier aamzeiksel: ormzyksel (Bree), bosaamzeiksel: bosomzeiksel (Bree), rode aamzeiksel: roei omzeiksel (Bree), rode zeikworm: ruje zeͅi̯kwərm (Bree), ruuj zeikwörrem (Bree), zeikmoeier: zykmoeiers (Bree) bosmier, (grote) rode ~ [stekkedraoger, brak] [N 26 (1964)] || mier, grote donkere [DC 43 (1968)] || mier, kleine rode — [DC 43 (1968)] || rode bosmier. Dialectbenamingen voor soorten mieren [N102 (1998)] III-4-2
rode klaver rode klee: rű̄i̯ǝ [klee] (Bree) Trifolium pratense L. Een 15 tot 50 cm hoge plant met paarsrode of roze bloemhoofdjes, die van juni tot de herfst bloeien. Rode klaver wordt vooral als veevoeder geteeld. Rode klaver gedijt, overigens evenals witte klaver, het best "onder dekvrucht", d.w.z. dat het tegelijk met een winterkoren wordt gezaaid en dan pas opkomt wanneer die dekvrucht in de herfst is geoogst. In het volgende seizoen wordt de klaver dan geweid of enkele malen gemaaid. Rode klaver is wat "kieskeuriger" dan witte klaver, stelt hogere eisen aan de grond, maar schiet goed recht op en laat zich gemakkelijker maaien. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5
rode koe vos: vǫs (Bree) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 124] I-11
rode koe met geheel witte kop witkop: wetkǫp (Bree) [N 3A, 125a] I-11
rode koe met witte kop en rode vlekken om de ogen blaar: blǭǝr (Bree) [N 3A, 125b] I-11
rode kool rood moes: rūiət mōs (Bree), ryd mōəs (Bree), ryt mos (Bree), ryt mōəs (Bree) rode kool [ZND 34 (1940)] || Rode kool (als plant of gewas) [Goossens 1b (1960)], [Lk 05 (1953)], [ZND 34 (1940)] I-7, III-2-3
rode renet, sterappel binnenrode: van hoogstammige appelaars  binneruuj (Bree) appel, soort I-7
roede pezerik: pēzǝrek (Bree), roe(de): rooj (Bree) een aantal takjes tot een bosje bij elkaar gebonden als strafwerktuig [roe, gips, gisp, roei] [N 90 (1982)] || Mannelijk geslachtsdeel. [N 76, 14; monogr.] I-12, III-3-1