e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roepwoord voor de stier kom je kom je: kǫm dę kǫm dę (Bree) [N 3A, 13] I-11
roeren roeren: reere (Bree), reeren (Bree, ... ), rere(n) (Bree), rērə (Bree) In de soep roeren. [ZND 41 (1943)] || roeren [DC 47 (1972)] III-2-3
roerzeef passe-vite: pasviet (Bree), pas˃vit (Bree), pazviet (Bree) een roerzeef of een doordrukzeef (met schroef) in de keuken || pureestamper of knijper || zift voor soep of groenten (fr. passoire) [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
roest roest: roist (Bree), rōͅs (Bree), roester: eine reester (Bree) roest [ZND 06 (1924)] || roest (roester) [ZND B2 (1940sq)] || roest, rood- of bruingele bedekking die aan de oppervlakte van ijzer en staal ontstaat door verbinding met zuurstof, vooral in een vochtige omgeving [roester] [N 81 (1980)] III-4-4
roestplek ijzermaal: i-jzermoal (Bree, ... ), roestplek: rosplek (Bree), rosplekken (Bree) ijzermaal || roestplek [ZND 36 (1941)] || Roestplek in het linnen (spot, spit, tikkel, maal, plek, smet) [N 79 (1979)] || roestvlek in bijvoorbeeld linnengoed III-2-1
roet roet: root (Bree), ry(3)̄t (Bree), ryət (Bree) Het rookzwart dat onder een ketel vastzit (zoet, zwart, roet, kroos) [N 79 (1979)] || rookzwart onderaan een ketel [ZND 36 (1941)] III-2-1
roet2 roet: Hèè waas zuu zwart es root  root (Bree) roet III-2-1
rog rog: Bree Wb.  rog (Bree) Hoe noemt u de rog: een kraakbeenvis met een afgeplat schijfvormig lichaam. Het voorste deel van het lichaam (romp en borstvinnen) vormt een ronde tot vierkante schijf. Het lichaam eindigt in een lange dunne staart. De staart draagt twee rugvinnen. Aan de [N 83 (1981)] III-2-3
rogge koren: [koren] (Bree), rog(ge): rǫgǝ (Bree) Secale cereale L. Tot in de jaren vijftig het meest geteelde graangewas in Limburg, met uitzondering van Haspengouw, waar tarwe de meest verbouwde graansoort was. Men zaait ongeveer 170 kg rogge per hectare. Het koren-gebied in dit lemma wijkt aanzienlijk af van dat in het lemma ''graan, koren'' (1.2.1); vergelijk de kaarten die bij de lemma''s getekend zijn. Zie voor de benaming koren en voor de fonetische documentatie van het woord [koren] in het gebied waar ''koren'' zowel de algemene benaming alsook de benaming van de rogge is, het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, a. [JG 1a, 1b; L 34, 55b; L lijst graangewassen, 6; S 30; Wi 52; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
roggebrood roggebrood: rogəbryt (Bree) roggebrood [ZND 34 (1940)] III-2-3