| 23812 |
sacramentsdag |
sacramentsdag:
sakkermentsdaag (L360p Bree)
|
Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 23288 |
sacramentsprocessie |
sacramentsprocessie (<lat.):
sacramentsprocessie (L360p Bree, ...
L360p Bree),
sacrementsprecessie (L360p Bree),
sakramentsprocessie (L360p Bree)
|
Hoe heet de processie die s zondags na H. Sacramentsdag wordt gehouden? [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|
| 23321 |
sacristie |
sacristie:
sakristi-j (L360p Bree)
|
Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 24746 |
salomonszegel |
meibloemetje:
Bree Wb.
meibleemke (L360p Bree)
|
Salomonszegel (polygonatum officinalis). Een 20 tot 50 cm grote plant met een dikke, witte wortelstok; de bladeren zijn verspreid, langwerpig ovaal; de bloemen groeien in trosjes van 1 of 2 bij elkaar, zelden meer, gesteeld, smal klokvormig, wit met groen [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 21571 |
salueren |
aanslaan:
aansloan (L360p Bree),
salueren (<fr.):
de soldôten saluéèren (L360p Bree),
sallewère (L360p Bree)
|
De soldaten moeten groeten (met de hand aan de muts) [ZND 32 (1939)] || groeten van soldaten (salueren) [N 102 (1998)]
III-3-1
|
| 21332 |
samenspannen |
aandoen:
möt emes aandoon (L360p Bree)
|
samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 23642 |
sanctus |
sanctus (lat.):
sanctus (L360p Bree)
|
Het (vaste) misgezang dat op de prefatie volgt, het sanctus. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 18294 |
sandaal |
sandaal:
sendālə (L360p Bree)
|
sandaal [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 24682 |
sap in planten |
sap:
Bree Wb.
sap (L360p Bree)
|
Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 33584 |
sap van een vrucht |
sap:
Bree Wb.
saap (L360p Bree),
sap (L360p Bree)
|
Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
I-7
|