e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stokroos stokroos: Bree Wb.  stókruus (Bree) stokroos (althea rosea L.) [N 92 (1982)] III-2-1
stola sjaal: šjāl (Bree), stola (lat.): stola (Bree, ... ) De stola, de stool. [N 96B (1989)] || stola, lange brede damessjaal van dunne stof of van bont [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3
stolp kaasstolp: kistøləp (Bree), kiêsstolp (Bree), kiêsstölp (Bree, ... ), kīəstøͅlp (Bree), stolp: støləp (Bree) glazen klok waaronder kaas wordt bewaard || kaasstolp [N 20 (zj)] || stolp III-2-1
stolp over een heiligenbeeld stolp: støͅlp (Bree) Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
stomdronken keizat: kejzaat (Bree), schupzat: sjöpzaat (Bree) straalbezopen III-2-3
stomverbaasd verstomd: verstòmd stoan (Bree) zeer verbaasd [verpaft] [N 85 (1981)] III-1-4
stookgat van de oven ovenbakkes: [oven]bākǝs (Bree), ovenmuil: [oven]møi̯l (Bree), [oven]mūl (Bree) De benaming voor het stookgat van de oven dat voorzien is van een ijzeren deurtje. Vergelijk het lemma "ovenmond" in aflevering II.1, pag. 71. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (oven-) het lemma "bakoven" (3.1.3). [N 5A, 79b] I-6
stookhuis, plaats voor de veevoerkookketel bakhuis: [bakhuis] (Bree), bakøs (Bree), bákǝs (Bree) De plaats in de stal, of de ruimte vooraan in de stal, waar de veevoerkookketel staat. Soms heeft men geen aparte ruimte voor dit doel en kookt men het veevoer in de bijkeuken. In andere gevallen, zoals in K 358 staat deze ketel meestal buiten, of, zoals vermeld in L 360, heeft men er een apart gebouwtje voor naast de stal. Dikwijls ook kookt men in het bakhuis, waar ook het brood gebakken wordt (L 426), vandaar de frequente (bakhuis)-opgaven; vergelijk de kaart. Zie voor de fonetische documentatie van enkele van deze (bakhuis)-opgaven het lemma "bakhuis" (3.1.2). Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [N 5A, 35c en 60c: L 1, a-m; S 50; monogr.] I-6
stoop, maat van 1/16 anker stoop: stuup (Bree) de maat die een inhoud aangeeft van ± 2 lier = 1/16 anker (zie vraag 144) [stoop] [N 91 (1982)] III-4-4
stoot stoot: stīǝ.tǝ (Bree) Het ijzeren plaatje dat bij winterbeslag tegen het uitglijden vóór onder het hoefijzer wordt geplaatst. In P 174, P 224 en Q 182 was de stoot onbekend, in K 353 werden in plaats van een plaatje één of twee schroeven aan de voorzijde van het hoefijzer bevestigd. [N 33, 357; JG 1a; JG 1b; JG 1d; monogr.] II-11