| 18823 |
verdriet; verdriet doen |
chagrineren (<fr.):
Fr. chagriner
sjaggernère (L360p Bree),
krenken:
krènke (L360p Bree),
leed:
z. ook lei
leid (L360p Bree),
leed doen:
geleif mich, det diêj nich echt leid
leid doon (L360p Bree),
verdriet:
verdreet (L360p Bree),
Bn. en bw. verdretig
verdreed (L360p Bree)
|
bedroeven, leeddoen || een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)] || leed, verdriet || verdriet || verdriet doen || verdrieten
III-1-4
|
| 34155 |
verdrogen |
verdrogen:
vǝrdrigǝ (L360p Bree),
verzijen:
vǝrzii̯ǝ (L360p Bree)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|
| 17936 |
verdwenen |
foetsie:
foetsie (L360p Bree, ...
L360p Bree),
weg:
weg (L360p Bree, ...
L360p Bree)
|
Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)] || Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig zijn (weg, verdwenen, rits(e), foetsie, voert, voet) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
| 30596 |
verf |
verf:
v ̇ɛrǝf (L360p Bree),
vęrǝf (L360p Bree)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|
| 30735 |
verflaag |
couche:
kuš (L360p Bree),
couche verf:
kuš ˲vɛrǝf (L360p Bree),
laag:
lǭx (L360p Bree),
laag verf:
lǭx ˲vɛrǝf (L360p Bree)
|
Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.]
II-9
|
| 17924 |
verfrommelen |
verfongelen:
vərfōͅŋələ (L360p Bree),
verfrommelen:
verfrommelen (L360p Bree),
verfrómmele (L360p Bree),
verfrongelen:
verfrongele (L360p Bree)
|
(papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] || Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 21453 |
vergaderen |
vergaderen:
vergaderen (L360p Bree)
|
ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 30272 |
vergaring |
vergaderings:
vǝrgādǝreŋs (L360p Bree)
|
De verbindingen of de raakvlakken tussen de uiteinden van de velgblokken. [N 17, 66; N G, 45c, monogr]
I-13
|
| 24614 |
vergeet-mij-nietje |
vergeet-me-nietje:
vergeet mich neetje (L360p Bree),
vergeetmenietje (L360p Bree),
Bree Wb.
vergeet-mij-nietje (L360p Bree)
|
vergeet-mij-nietje [ZND 40 (1942)] || Vergeet-mij-nietje (myosotis palustris 15 tot 50 cm groot. De stengels zijn meestal kantig; de bladeren zijn verspreid; de bloemen zijn vrij groot en hemelsblauw met gele kroonschubben; de kelk heeft korte, aangedrukte haren. Bloeitijd in mei tot septem [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vergèètechtig (L360p Bree)
|
zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|