e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlijtig liesje vlijtig liesje: Bree Wb.  vlijtig liesje (Bree) Sultansbalsemien (Impatiens walleriana Hook.). De bovenste bladeren meest tegenoverstaand. De stengel is niet zeer fors en hoogstens 1 m hoog. De bloemen zijn rood of wit, tamelijk vlak, met zeer lange en dunne, gebogen spoor (vlijtig liesje, nooitrust). [N 92 (1982)] III-2-1
vlik vlik: (mv.)  vlekǝn (Bree) Een dun afgestoken stukje veen of heigrond of een zode van buntgras met losse turf vermengd. Vergelijk het lemma ''heiturf''. [N 27, 39h; I, 37] II-4
vlikken steken schabberten steken: šabǝrtǝ stē̜kǝ (Bree), vlikken: vlekǝ (Bree) Steken van vlikken en graszoden of heilappen losmaken. [N 27, 39g; N 27, 1; N 27, 1 add.; I, 38] II-4
vlinder snuffel: snefəl (Bree), sniffel (Bree, ... ), snyfəl (Bree), vlinder: vlinder (Bree) vlinder [GV Gr (1935)], [ZND 16 (1934)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlinderdasje nondejuke: nondəžykə (Bree), nóndezjuuke (Bree), syn. vlinderke.  nòndedzjuke (Bree), snuffeltje: syn. nòndedzjuke.  sniffelke (Bree), strikje: strekskə (Bree), syn. nòndedzjuke.  strik(ske) (Bree), zuifeltje: [sic] (suiffelke)  suefəlkə (Bree) strikdasje || vlinderdas(je) || vlinderdasje, dat als een stikje op het overhemd wordt gedragen || vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3
vlo (enk.) mensenvlo: mənsəvluij (Bree), vlo: vloe (Bree), vluuj (Bree, ... ), vlyij (Bree), Bree Wb.  vluuj (Bree), vlootje: vli’ikən (dim.) (Bree) mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo [ZND m] || vlo (pulex irritans), enk. [DC 54 (1979)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] || vlo, vlooi [Willems (1885)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vlie: vli (Bree), vliej (Bree), Bree Wb.  vliê (Bree) vlo (pulex irritans), mv. [DC 54 (1979)] || vlo (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-2
vloeibare gist natte gist: natǝ gęs (Bree) De vloeibare gist wordt bij de brouwer van het dorp gehaald. Deze gist kan, in lauw water opgelost, dadelijk met de bloem worden gemengd (Weyns blz. 45). [N 29, 22; L 2, 21a; LB 2, 235] II-1
vloeiweide wetering: wītǝreŋ (Bree), wīǝtǝreŋ (Bree) Weiland, laag gelegen en zodanig aangelegd dat van tijd tot tijd kunstmatige bevloeiing kan plaatsvinden. [N 14, 58] I-8
vloek vloek: vlook (Bree, ... ) een uitdrukking die een verwensing, vooral een godslastering behelst [vloek, kneerp] [N 85 (1981)] || een vloek [hiemmeltsakker] [N 96D (1990)] || Een vloek [hiemmeltsakker]. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3