24267 |
voeren |
voederen:
vore (L360p Bree)
|
de jongen voeden, gezegd van vogels (azen, aanazen, ekeren) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
33354 |
voergang in een dubbele stal |
gang:
gaŋk (L360p Bree),
voedergang:
[voergang] (L360p Bree)
|
In een dubbele stal, waar de koeien met de koppen naar elkaar toe staan, dient de middengang als voedergang en als hij breed genoeg is tevens als opslagplaats voor (groen)voeder. Het lemma omvat benamingen zowel voor de middengang in het algemeen als voor de middengang als voedergang. Zie voor de fonetische documentatie van (voedergang), (voergang) en (voerij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). Zie afbeelding 9. [N 5A, 57a; add. uit N 5A, 48b]
I-6
|
28819 |
voering, voeringstof |
voering:
vōreŋ (L360p Bree)
|
Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.]
II-7
|
28326 |
voerman |
voerman:
vōrma.n (L360p Bree)
|
Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|
33054 |
voerman op de maaimachine |
maaier:
mē̜i̯ǝr (L360p Bree),
schoofmaker:
šęi̯fmākǝr (L360p Bree)
|
De opgaven bestaan vaak uit omschrijvingen en er is weinig echte terminologie; vergelijk ook het lemma ''afleggen'' (4.4.3). [N J, 3a; monogr.]
I-4
|
34288 |
voerschep |
houteren bakje:
hui̯tǝrǝ bɛkskǝ (L360p Bree),
schep van de koeketel:
søp van ǝ køu̯kiǝtǝl (L360p Bree),
scheplepel:
sø.pliǝpǝl (L360p Bree),
varkenslepel:
vęrkǝslipǝl (L360p Bree)
|
Schep zonder steel om voer uit de koe- of varkensketel te scheppen. [N 18, 9a en 132; JG 1a, 1b]
I-11
|
21134 |
voertuig |
geveer:
gǝvī.r (L360p Bree),
voiture (fr.):
voituur (L360p Bree)
|
Algemene benaming voor de vracht- en personenvoertuigen. [N 17, 15; N 17, 99; N G, 59; L 28, 24; monogr.] || de algemene naam voor een constructie op wielen die geduwd of getrokken wordt of door een motor voortbewogen wordt en die bedoeld is om personen of goederen te vervoeren [voertuig, voiture] [N 90 (1982)]
I-13, III-3-1
|
17777 |
voet |
voet:
vōt (L360p Bree, ...
L360p Bree)
|
een voet, (voeten) [ZND A2 (1940sq)] || voet [ZND m]
III-1-1
|
25309 |
voet, maat van 0,28 m |
voet:
eine voot (L360p Bree)
|
de maat die een lengte aangeeft van 28 cm [voet] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19486 |
voetbankje |
voetbankje:
vōt˂bɛŋskə (L360p Bree)
|
voetbankje [ZND 02 (1923)]
III-2-1
|