e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voorbijligging voorbij: vǝrbī. (Bree) Wanneer een gebogen kerf aan de buitenkant van de steen 8 tot 10 cm voorbij haar beginpunt aan het kropgat ligt, noemt men dit verschil de voorbijligging. De voorbijligging wordt gemeten met een mal, een houten plank met de kromming van de kerf en aan het uiteinde enkele gaten. Een van die gaten plaatst men in het midden van de steen om hem in panden te verdelen of om te zien of de voorbijligging nog juist is. [Jan 211; Coe 182] II-3
voorde, doorwaadbare plaats doorsteek: duursteek (Bree) doorwaadbare plaats in een water [waaistap, gewad, doorsteek] [N 81 (1980)] III-4-4
voorgeborchte voorgeborchte: viergeborrgte (Bree) Het voorgeborchte van de hel [vörgebörchte]. [N 96D (1989)] III-3-3
voorgevel buitenmuur: bø̜jtǝ[muur] (Bree) De muur die de voorzijde van het bouwwerk vormt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(muur)' het lemma 'Muur'. [N 31, 33a; monogr.] II-9
voorhamer voorhamer: virhamǝr (Bree) Zware, ijzeren hamer met lange steel die met beide handen vastgehouden wordt. De pen van deze hamer staat meestal dwars ten opzichte van de steel. Zie ook afb. 35 en 36. Volgens het Tungelroys woordenboek (pag. 245) en het Tongers woordenboek (pag. 661) werd de voorhamer gebruikt bij het grove en zware werk. [N 33, 69; N 64, 40h; N 66, 26; L B2, 233; monogr.] II-11
voorhoofd kop: də o.rə van ze.uə kop (Bree), voorhoofd: də òrə van zə ví:ərheit (Bree), voorkop: de orren van ziene virkop (Bree) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] III-1-1
voorhuid eikel: eikel (Bree) voorhuid van de penis [N 10c (1995)] III-1-1
voorijzer voorijzer: vī.rejzǝr (Bree) Hoefijzer voor de voorhoef van het paard. De vorm van het voorijzer is doorgaans ronder dan dat van het achterijzer. Zie ook afb. 223a. [N 33, 353; N 33, 354a; monogr.] II-11
voorjaarszonnebloem zonnebloem: Bree Wb.  zònnebloom (Bree) Voorjaarszonnebloem (dronicum oriëntale). De stengel is soms wel 1 m hoog. De bladeren zijn toegespitst eivormig, de stengel omvattend; de korfjes 37 tot 50 mm, geel gekleurd (sluiterke, kleine zonnebloem, reebokkruid, gemzewortel).(Doronicum oriëntale Ho [N 92 (1982)] III-2-1
voorklauw teen: tiǝn (Bree), voorklauw: vɛrklaw (Bree) Het voorste deel van de hoef. [N 3A, 119b] I-11