e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vuist vuist: vøyst (Bree), vûst (Bree) vuist [N 10 (1961)] III-1-1
vuistslag op de rug dof: dof (Bree, ... ), dòf (Bree) Een slag met de vuist op de rug (bij sommige kinderspelen). [ZND 33 (1940)] || Een slag met de vuist op iemands rug [druts, does, dof]. [N 88 (1982)] III-3-2
vuurslag vuurslag: vērslāx (Bree) slagpen, stalen ~ in de tondeldoos (stool, vuurslag) [N 20 (zj)] III-2-1
vuursteen kei: kɛj (Bree), vuurketser: veerketser (Bree) vuursteen in de tondeldoos [N 20 (zj)] III-2-1
vuurtang, sinteltang tang: taŋ (Bree, ... ), vuurtang: vērtaŋ (Bree) vuurtang [N 05A (1964)] III-2-1
vuurvaste stenen vuurstenen: vērstęjn (Bree) Stenen die bestand zijn tegen vuur. Zij worden onder meer gebruikt bij de bouw van ovens. Het woorddeel chamotte- in de woordtypen chamottestenen en chamottebrikken verwijst naar het mengsel van fijngemalen scherven dat bij dit soort stenen aan de klei wordt toegevoegd. [N 30, 54b; N 98, 160 add.] II-8
waaienx waaien: wejje (Bree, ... ), weͅjə (Bree, ... ), wèje (Bree) waaien [N 22 (1963)] III-4-4
waaks goede waker: Bree Wb.  dè’s eine goje waker (Bree) Hoe noemt u goed, ijverig waken, gezegd van een hond (gewarig, waaks, waakzaam) [N 83 (1981)] III-2-1
waarde van 30 stuiver daalder: ps. omgespeld volgens Frings.  dāldər (Bree) waarde van 30 stuiver = F 1,50 [daalder, dolde?] [N 21 (1963)] III-3-1
waarderen waarderen: waardère (Bree) op de juiste of op hoge waarde schatten, op prijs stellen [waarderen, tellen] [N 85 (1981)] III-1-4