22430 |
worstelen |
worstelen:
worstelen (L360p Bree),
woͅrstələ (L360p Bree)
|
De tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen]. [N 88 (1982)] || Worstelen. [Willems (1885)]
III-3-2
|
20709 |
worstenbroodje |
saucijzenbroodje:
sesi-jzebriêdsje (L360p Bree),
worstenbroodje:
Syst. Wbk. van Bree
worstebriêdsje (L360p Bree),
worstenriggel:
meestal wordt dit gebak niet door de huismoeder zelf bereid, maar wordt het gekocht bij bakkers en slachters
worstereggel (L360p Bree),
worstriggel:
worstriggel (L360p Bree),
worstruggel (L360p Bree),
syn
worstriggel (L360p Bree),
Syst. Frings mnl.
woͅrstregəl (L360p Bree)
|
fijn gebak dat de huismoeders vooral ter gelegenheid van de kermis klaarmaken [ZND 48 (1954)] || worstebroodje || Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)] || worstenbrood || worstenbroodje
III-2-3
|
32970 |
wortel |
wortel:
wǫrtǝl (L360p Bree)
|
Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.]
I-4
|
24500 |
wortel (alg.) |
wortel:
Bree Wb.
wortēl (L360p Bree)
|
Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20605 |
wortelenstamppot |
stomp:
stòmp (L360p Bree)
|
gestampte aardappelen vermengd met o.a. worteltjes, of hutspot
III-2-3
|
20733 |
wortelenvlaai |
potenvlaai:
Syst. Frings vrl.
py(3)̄təvlāi̯ (L360p Bree)
|
Vla met vulling van wortelen [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24736 |
wortelhals |
kraag:
Bree Wb.
kraag (L360p Bree)
|
De overgang tussen wortel en stengel bij een plant (hoofd, hals, kraag, wortelkraag, wortelhals, nek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33718 |
wortelklomp van een struik |
wortelenbos:
wǫrtǝlǝbǫs (L360p Bree)
|
[N 27, 9c]
I-8
|
33720 |
wortels rooien |
uitheffen:
yi̯thøfǝ (L360p Bree)
|
Dennenwortels met een hefboom uit de grond trekken. [N 27, 8c]
I-8
|
33563 |
worteltje |
hete pootjes:
heͅi.təpīətjəs (L360p Bree),
pootjes:
piëtjes (L360p Bree, ...
L360p Bree)
|
[ZND 08 (1925)] [ZND 15 (1930)]Fijne variëteit tuinwortelen [Goossens 1b (1960)]
I-7
|