33752 |
breukhengst |
gebroken hengst:
gǝbrȳkǝ heŋst (L360p Bree)
|
Een hengst waarbij door het castreren een darmuitstulping optreedt. [N 8, 61c]
I-9
|
21250 |
brief |
brief:
brēf (L360p Bree, ...
L360p Bree),
bri.v (L360p Bree)
|
brief [RND], [ZND m], [ZND m]
III-3-1
|
21205 |
briefkaart |
postkaart:
postkaart (L360p Bree)
|
de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33840 |
briesen |
spruisen:
sprű.sǝ (L360p Bree)
|
Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5]
I-9
|
19419 |
briket |
briket:
brik (L360p Bree)
|
(Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
34600 |
bril |
draaiplank:
draaiplank (L360p Bree)
|
Verzwaard, dwars sluithout waardoor de vregelpaal gestoken werd. De vregelpaal is een boom die overlangs in de bak van de hoogkar ligt en die, samen met de vregelstok en het bindtouw, gebruikt wordt om het hooi vast te zetten (voor meer uitleg zie WLD I.3, onder de lemmata touw om het hooi vast te sjorren, vregelpaal en vregelstok). Zoals op de kaart duidelijk blijkt, is dit systeem vooral in gebruik in de streken met de meest vruchtbare grond, m.n. in het Maasland en in het zuidoosten van Haspengouw. [N 17, 14b; JG 1b; JG 2c]
I-13
|
19245 |
broeden |
uitvinden:
get ûtvinne (L360p Bree)
|
ontwerpen, uitdenken, gezegd van bijv. een plan, een aanslag [beramen, braaien, broeden] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34499 |
broeden, op eieren zitten |
broeden:
brei̯ǝ (L360p Bree),
brēi̯ǝ (L360p Bree)
|
[N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
34504 |
broedende kip op eieren |
broedhen:
brē̜i̯hen (L360p Bree),
brok:
brok (L360p Bree),
brǫk (L360p Bree),
brǫǝk (L360p Bree),
klok:
klōk (L360p Bree),
klǫk (L360p Bree),
klokhen:
klǫkhen (L360p Bree)
|
[N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.]
I-12
|
20216 |
broeder |
broeder:
brōdər (L360p Bree)
|
Een broeder. [ZND A2 (1940sq)]
III-3-3
|