24030 |
communiegeschenk |
communiecadeau (<fr.):
kemi-jniekado (L360p Bree)
|
Een communiegeschenk. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23902 |
communiejurkje |
communiekleedje:
kemi-jniekleedje (L360p Bree)
|
Het communiejurkje, communiekleedje voor meisjes. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24026 |
communieprentje |
communieprentje:
kemi-jnieprentsje (L360p Bree)
|
Een prentje ter herinnering aan de eerste en aan de Plechtige H. Communie, uitgereikt door de pastoor, communieprentje [kómmelejoe-nsbild]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20747 |
communietaart |
opzet:
Syst. Frings mnl.
oͅp˂zø͂ͅt (L360p Bree),
Syst. Wbk. van Bree
opzöt (L360p Bree)
|
Hoog pronkgebak, opgebouwd uit roombolletjes, soesjes, of schuimpjes, met bovenop een suikeren beeldje, speciaal voor communiefeesten (opzat, opzats?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21224 |
compartiment |
treinwagen:
treinwage (L360p Bree)
|
compartiment [N 102 (1998)]
III-3-1
|
23664 |
completen |
te deum (lat.):
te deum (L360p Bree)
|
De completen, namiddagdienst die op hoogfeesten en/of aan het einde van aanbiddingsdagen in aansluiting op de vespers werd gehouden en die vaak gevolgd werd door de lof- en dankhymne "Te Deum laudamus". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22829 |
concert |
concert (fr.):
kónzèèr (L360p Bree)
|
Concert.
III-3-2
|
23975 |
concubine |
bijzit:
bi-jzit (L360p Bree)
|
Een concubine, bijzit, bijwijf. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23623 |
consecratie |
consecratie (<lat.):
konsekrasie (L360p Bree)
|
De consecratie [wandloeng?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
30088 |
contrefort |
schoor:
šǭr (L360p Bree)
|
Vooruitspringende steunbeer of schraagpijler om het muurwerk te verstevigen en om eventuele druk van de tegengestelde kant, bijvoorbeeld veroorzaakt door de aanwezigheid van gewelven, weerstand te bieden. Zie ook afb. 31. In L 271 kende men steunberen die recht, schuin en trapsgewijze waren uitgevoerd. [N 31, 49; monogr.]
II-9
|