e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

Gevonden: 6062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
damesfiets vrouwenfiets: vruiwe-fiets (Bree), vrouwenvelo: vruiwe-velo (Bree) Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar vrouwen op rijden [N 99 (1991)] III-3-1
dameshoed? hoed: hoot (Bree), hōt (Bree), hoedje: hētšə (Bree), vrouwluihoed: vröliehood (Bree) dameshoed [N 25 (1964)] III-1-3
dameskous? vrouwluikous: vruili-jkuise (Bree) Vrouwenkousen [kousen, hosen] [N 114 (2002)] III-1-3
dameslaars vrouwluibot: vroͅlējboͅtə (Bree) vrouwenlaars [stevelet] [N 24 (1964)] III-1-3
damesmantel jas: jas (Bree), mantel: mantel (Bree, ... ), vrouwluimantel: vruiliejmantel (Bree, ... ), vrøͅylimantəl (Bree) damesmantel; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
damesschoen met hoge of halfhoge hak hakkenschoen: hakəšōn (Bree), hakschoentje: heksjeenkes (Bree) damesschoenen met hoge of halfhoge hak [N 24 (1964)] III-1-3
damestrui? bolero (<fr.): boͅlero (Bree) damestrui, kledingstuk zonder knopen [N 23 (1964)] III-1-3
damp, stoom wasem: wā.zem (Bree) wasem, damp [ZND m] III-4-4
dampen paffen: paffe (Bree) paffen; Hoe noemt U: Op een hoorbare manier roken; geweldig veel roken (paffen, plotsen) [N 80 (1980)] III-2-3
dar ere: (mv)  ę̄rǝns (Bree) Het mannelijk dier in het bijenvolk. De dar is geboren uit een onbevruchte eicel. In de bijenwoning doet hij niets anders dan eten. Zijn enige functie is het helpen warm houden van het broed door zijn aanwezigheid. Onmisbaar zijn de darren voor de bevruchting van de jonge koningin. Na de paring sterft de dar. De darren worden in mei of vlak daarna geboren. Als het bijenjaar ten einde spoedt, in augustus of september, worden de darren verdreven door de werksters en sterven zij. De dar heeft geen angel. Voor het woorddeel (-bij) leest men de woordtypen bij/bie en bien. In welke plaatsen deze woordtypen respectievelijk voorkomen, ziet men in het lemma Bij. Voor de fonetische documentatie ervan wordt ook verwezen naar het lemma Bij. [N 63, 12c; S 3; L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 2; R 3, 42; A 9, 2; Ge 37, 2; monogr.] II-6