30506 |
deklatten |
daklatten:
dāklatǝ (L360p Bree),
deklatten:
dęklatǝ (L360p Bree),
dęklɛt (L360p Bree)
|
De latten op het dak waaraan de stro- of rietbedekking wordt vastgemaakt. [N F, 32b; N 4A, 14a]
II-9
|
19704 |
deksel |
deksel:
deksəl (L360p Bree),
dèksel (L360p Bree),
lid:
Ich krèèg het liêd op mi-jn naas: ikwas de dupe(omdat ik veel te veel wilde)
liêd (L360p Bree)
|
deksel [ZND 22 (1936)]
III-2-1
|
32618 |
deksel van de metalen gierton |
dek:
dęk (L360p Bree)
|
De zinken gierton wordt van boven afgesloten met een deksel dat scharnierend bevestigd is aan de kraag van de vulopening. [JG 1a + 1b; N 11A, 54b; monogr.]
I-1
|
20420 |
deksel van een doodskist |
deksel:
deksel (L360p Bree),
dèksel (L360p Bree)
|
het deksel van een doodskist [scheel, roef] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)]
III-2-2
|
33992 |
dekzeil |
bâche:
baš (L360p Bree)
|
Zeil dat de rug van het paard bedekt als het regent. [JG 1a, 1b]
I-10
|
33916 |
dempig |
dempig:
dɛ.mpex (L360p Bree),
longscheutig:
loŋšētex (L360p Bree)
|
Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6]
I-9
|
24526 |
den |
den:
dēn (L360p Bree),
Bree Wb.
den (L360p Bree),
grenenden:
soort den
grēnendēn (L360p Bree)
|
De den (in het bijzonder de grove den) (den, del, mast, spar). [N 82 (1981)] || denneboom [ZND m]
III-4-3
|
19048 |
denken |
denken:
dinke (L360p Bree),
dènke (L360p Bree),
dèk dènk ich trègk aan di-j sjuun daag
dènke (L360p Bree)
|
denken
III-1-4
|
24476 |
dennenappel |
dennenknop:
Bree Wb.
denneknóp (L360p Bree)
|
De vrucht van een den, denne-appel (prop, bol, kegel, knop, fobbes, kroot, krutje, rots, dop, papekul, noot, kooi, tod, pil, appel). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
22087 |
dennennaalden |
dennennaalden:
dennenolzje (L360p Bree)
|
dennenaald [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|