e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bree

Overzicht

Gevonden: 6062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderx donder: den dónder (Bree), dondər (Bree, ... ), doͅndər (Bree), dònder (Bree, ... ), donderenslag: doͅndərəlāx (Bree) donder [N 22 (1963)], [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || onweer [N 22 (1963)] III-4-4
donker worden, duisteren donker worden: dónkel wère (Bree), donkeren: ’t doͅnkəltš (Bree) donker worden [duisteren] [N 91 (1982)] || schemering, de overgang van licht naar donker [grouwe, griebelegrouwe] [N 22 (1963)] III-4-4
donker, duisterx donker: dònkel (Bree), dònker (Bree, ... ), dónkel (Bree) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] || donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] || niet of weinig verlicht [donker, duister, deemster] [N 91 (1982)] III-4-4
donkerbruine koe vaal (bijvgl. nmw.): vāl (Bree), vale koe: vāl [koe] (Bree) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131a] I-11
dons, nestveren duivelshaar: di-jvelshaor (Bree), di-jvelshoar (Bree), dievelshoar (Bree) dons [ZND 35 (1941)] || donshaar bij jonge vogels || het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1
dood (adj. schertsend bedoeld iser geweest: znd 23, 022b;  is er gewest (Bree), naar de andere wereld: znd 23, 022b;  noe den andere wèreldsj (Bree), naar het pieringenlandje: znd 23, 022b;  noa het peeringenlendje (Bree) dood; schertsende uitdrukking die hiervoor gebruikt wordt [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (adj.) dood: znd 23, 022a;  doed (Bree) dood; hij is - [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (bn.) dood: dūət (Bree), dôêt (Bree) dood (bn) [ZND A2 (1940sq)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  doed (Bree) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
dood (zn.) dood: den duud (Bree) de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] III-2-2