e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Broeksittard

Overzicht

Gevonden: 1132
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesp gesp: schoon mèt ein gasp (Broeksittard) gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] III-1-3
getob; tobben gemartel: gemertel (Broeksittard) gemartel [SGV (1914)] III-1-4
getuigen getuigen: getuuge (Broeksittard) getuigen [SGV (1914)] III-3-1
gevangenis gevangenis: gevengenis (Broeksittard) gevangenis [SGV (1914)] III-3-1
geven geven: gĕve (Broeksittard) geven [SGV (1914)] III-1-2
gevoelig (zijn) gevoelig: geveulig (Broeksittard) gevoelig [SGV (1914)] III-1-1
gewas gewas: gǝwas (Broeksittard) Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.] I-4
gewelf gewelf: gǝwɛlǝf (Broeksittard) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] II-9
gewone spurrie spurrie: špørx (Broeksittard) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5
gewricht gewricht: gewricht (Broeksittard) gewricht [SGV (1914)] III-1-1