e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Broeksittard

Overzicht

Gevonden: 1132
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slag slag: slaag (Broeksittard), slaeg (Broeksittard) slag, klap, stomp [SGV (1914)] || slagen (mv) [SGV (1914)] III-1-2
slak slak: schlek (Broeksittard), slek (Broeksittard, ... ) slak [DC 17 (1949)], [SGV (1914)] || slak, alg. [SGV (1914)] III-4-2
slakkenhuis slakkenhuis: schlekkehoes (Broeksittard), slakkenhuisje: slekkenhuuske (Broeksittard) slakkenhuis [DC 17 (1949)] || slakkenhuisje [SGV (1914)] III-4-2
slee slee: slei (Broeksittard) slede [SGV (1914)] III-3-2
slepen slepen: sleipe (Broeksittard), šlęi̯pǝ (Broeksittard) De in dit lemma bijeengebrachte termen betreffen het bewerken van de akker met een sleep, om de grond gelijk te trekken, aardkluiten te verbrijzelen of fijn zaad in de grond te werken, alsmede het slepen van weiland, om mestplakken en molshopen te verbreiden en/of gestrooide mest over de grasmat uit te strijken. Hoe de hieronder voorkomende vormen ''eg'' + ''eg'' en ''eggen'' + ''eggen'' verstaan moeten worden, is aangegeven in de lemmata ''eg'' en ''eggen''. [JG 1a + 1b + 1c; N 11, 81 + 85; N 11A, 173c + 180; S 33; L 6, 66; div.; monogr.] || slepen (ww) [SGV (1914)] I-2, III-1-2
slib, rivierbodem slib: slib (Broeksittard) slib [SGV (1914)] III-4-4
slobkous gamasche: camache (Broeksittard) slobkous [SGV (1914)] III-1-3
smachten smachten: smachte (Broeksittard) smachten [SGV (1914)] III-1-4
smaken smaken: smake (Broeksittard) smaken [SGV (1914)] III-2-3
smalen smalen: smèle (Broeksittard, ... ) smalen [SGV (1914)] III-1-4, III-3-1