19850 |
trechter |
trechter:
trechter (L434a Broeksittard)
|
trechter [SGV (1914)]
III-2-1
|
19292 |
treiteren |
kwellen:
kwelle (L434a Broeksittard)
|
kwellen [SGV (1914)]
III-1-4
|
22743 |
trekharmonica |
monica:
monica (L434a Broeksittard)
|
harmonica [SGV (1914)]
III-3-2
|
25051 |
troebel, vuil (water) |
troebel:
troebel (L434a Broeksittard)
|
troebel [SGV (1914)]
III-4-4
|
22393 |
troef |
troef:
troef (L434a Broeksittard)
|
troef [SGV (1914)]
III-3-2
|
22848 |
troeven (mv.) |
troeven (mv.):
troeve (L434a Broeksittard)
|
troeven (mv.) [SGV (1914)]
III-3-2
|
19749 |
tuinhuisje |
prièel:
prieëel (L434a Broeksittard),
zomerhuisje:
zomerhuuske (L434a Broeksittard)
|
priëel [SGV (1914)]
III-2-1
|
20116 |
turfmolm |
mul:
möl (L434a Broeksittard),
mø̜l (L434a Broeksittard)
|
[SGV (1914)]Afval van turf, losse rommel, boomaarde. In dit lemma zijn de opgaven van de enquête S samengevoegd met de opgaven van de enquêtevraag I, 32. Men moet wel beseffen dat hierdoor verschillende soorten molm aangeduid kunnen worden. Maar in beide enquêtes werd duidelijk gevraagd naar de "turfmolm"; vandaar dat beide vragen hier verwerkt zijn. [I, 32; S 24]
I-7, II-4
|
33597 |
ui, ajuin |
unne:
unne (L434a Broeksittard)
|
I-7
|
33788 |
uier |
udder:
ødǝr (L434a Broeksittard)
|
De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.]
I-11
|