e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gedenken; gedachtenis gedenken: gedinkūn (Brunssum), gədink⁄ə (Brunssum) terugdenkend aan overleden personen op bepaalde data [gedenken, geheugen] [N 85 (1981)] III-1-4
gedrongen postuur gedrongen postuur: hè haet en gedronge postuur (Brunssum) gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)] III-1-1
gedupeerd geleverd: guliĕvurd (Brunssum) veel nadeel of hinder van een of andere daad of woorden ondervindend [gezien, geleverd, gepluimd] [N 85 (1981)] III-1-4
gedwee gedwee: ie open  gedwieə (Brunssum) gedwee [SGV (1914)] III-1-4
geelgors geelgeuts: gaeeljguetš (Brunssum), geelgeutsj (Brunssum), geelguts (Brunssum), géélgūūtsj (Brunssum), geelschrijver: geelschriever (Brunssum, ... ) geelgors [Roukens 03 (1937)] || geelgors (16,5 bruine stuit; man heeft meer of minder geel aan kop en borst; hele jaar overal buiten stad en dorp te zien; ook veel op trek; bekraste eitjes; roep [tsp]; zang eenvoudig [ti-ti-ti-ti-...du]; kooivogel [N 09 (1961)] III-4-1
geelzucht geel verf: geĕl verf (Brunssum), gèl verf (Brunssum), geelzucht: geĕl zuch (Brunssum) geelzucht [SGV (1914)] || Geelzucht: ziekte die zich uiterlijk kenmerkt door de gele kleur die de huid aanneemt ten gevolge van de opneming der galkleurstof in het bloed (galzucht, galziekte, geluw, gele verf, geelverf, verf, geelaard, gele ziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
geen rust hebben geen ruhe hebben: geen ròw höbbə (Brunssum) geen rust hebben [N 85 (1981)] III-1-4
geerakker scheut: šȳǝt (Brunssum) Onder een geerakker wordt hier verstaan dat deel van een akker dat gerend geploegd moet worden als de akker niet de vorm van een rechthoek of een parallellogram heeft. De benaming voor dit onderdeel is niet zelden ook op de gerende akker in zijn geheel toepasselijk. Opgaven die duidelijk de (geometrische) vorm of een scherpe hoek van een akker bleken te betreffen, zijn in dit lemma echter niet opgenomen. Zie verder ook het volgende lemma. [N 11, 4b + 64; N 11A, 127 + 137f + 137g; N P, 1; A 33, 9 add.; A 33, 10; JG 1a + 1b; JG 2b-4, 7; monogr.] I-1
geeuwen gapen: gape (Brunssum) gapen [N 10 (1961)] III-1-2
geeuwhonger geeuwhonger: gieëhonger (Brunssum) geeuwhonger [SGV (1914)] III-2-3