19248 |
gedenken; gedachtenis |
gedenken:
gedinkūn (Q035p Brunssum),
gədink⁄ə (Q035p Brunssum)
|
terugdenkend aan overleden personen op bepaalde data [gedenken, geheugen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17546 |
gedrongen postuur |
gedrongen postuur:
hè haet en gedronge postuur (Q035p Brunssum)
|
gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19256 |
gedupeerd |
geleverd:
guliĕvurd (Q035p Brunssum)
|
veel nadeel of hinder van een of andere daad of woorden ondervindend [gezien, geleverd, gepluimd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18916 |
gedwee |
gedwee:
ie open
gedwieə (Q035p Brunssum)
|
gedwee [SGV (1914)]
III-1-4
|
24150 |
geelgors |
geelgeuts:
gaeeljguetš (Q035p Brunssum),
geelgeutsj (Q035p Brunssum),
geelguts (Q035p Brunssum),
géélgūūtsj (Q035p Brunssum),
geelschrijver:
geelschriever (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum)
|
geelgors [Roukens 03 (1937)] || geelgors (16,5 bruine stuit; man heeft meer of minder geel aan kop en borst; hele jaar overal buiten stad en dorp te zien; ook veel op trek; bekraste eitjes; roep [tsp]; zang eenvoudig [ti-ti-ti-ti-...du]; kooivogel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18098 |
geelzucht |
geel verf:
geĕl verf (Q035p Brunssum),
gèl verf (Q035p Brunssum),
geelzucht:
geĕl zuch (Q035p Brunssum)
|
geelzucht [SGV (1914)] || Geelzucht: ziekte die zich uiterlijk kenmerkt door de gele kleur die de huid aanneemt ten gevolge van de opneming der galkleurstof in het bloed (galzucht, galziekte, geluw, gele verf, geelverf, verf, geelaard, gele ziekte). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19280 |
geen rust hebben |
geen ruhe hebben:
geen ròw höbbə (Q035p Brunssum)
|
geen rust hebben [N 85 (1981)]
III-1-4
|
32746 |
geerakker |
scheut:
šȳǝt (Q035p Brunssum)
|
Onder een geerakker wordt hier verstaan dat deel van een akker dat gerend geploegd moet worden als de akker niet de vorm van een rechthoek of een parallellogram heeft. De benaming voor dit onderdeel is niet zelden ook op de gerende akker in zijn geheel toepasselijk. Opgaven die duidelijk de (geometrische) vorm of een scherpe hoek van een akker bleken te betreffen, zijn in dit lemma echter niet opgenomen. Zie verder ook het volgende lemma. [N 11, 4b + 64; N 11A, 127 + 137f + 137g; N P, 1; A 33, 9 add.; A 33, 10; JG 1a + 1b; JG 2b-4, 7; monogr.]
I-1
|
17834 |
geeuwen |
gapen:
gape (Q035p Brunssum)
|
gapen [N 10 (1961)]
III-1-2
|
20796 |
geeuwhonger |
geeuwhonger:
gieëhonger (Q035p Brunssum)
|
geeuwhonger [SGV (1914)]
III-2-3
|