e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kieskauwer pikjanus: pik⁄jàànəs (Brunssum), pikkerd: pikkert (Brunssum) lastig met eten; Hoe noemt U: Lastig met eten, gezegd van iemand die altijd weinig eet [N 80 (1980)] || zonder eetlust eten; Hoe noemt U: Traag en zonder eetlust eten (pieliën) [N 80 (1980)] III-2-3
kieskeurig kieskeurig: ie lang  kieskuurig (Brunssum) kieskeurig [SGV (1914)] III-1-4
kieskeurig persoon krent: ⁄n krint (Brunssum) niet gauw tevreden met de kwaliteit van iets dat men wil aanschaffen; met een moeilijk te bevredigen smaak [kieskeurig, lekker, lakker] [N 85 (1981)] III-1-4
kietelen kietelen: kiedulu (Brunssum), kiĕdələ (Brunssum) Kietelen, kriebelen: de huid op gevoelige plaatsen licht aanraken, bijv. uit plagerij; kriebelen (kietelen, kriebelen, kielen, kriekelen,krevelen). [N 84 (1981)] III-1-2
kieuwen kieuwen: WLD  kiew (Brunssum) Hoe noemt u de vlezige platen aan de kop van een vis waardoor hij ademhaalt (kieuw, koen, wam) [N 83 (1981)] III-4-2
kieuwen (wbd) schreien: schreijn (Brunssum) uit de verte roepen [kieuwen] [N 87 (1981)] III-3-1
kievit kievit: keevit (Brunssum), kīēvit (Brunssum) kievit (31 ronde vleugels; kuifje; bekend van de eierenraperij [N 09 (1961)] III-4-1
kiezel, kiezelsteen kiezel: kiezel (Brunssum) kiezel [SGV (1914)] III-4-4
kiezen kiezen: kēēzu (Brunssum), uitzoeken: oetzeuku (Brunssum) een keus doen uit een aantal voorwerpen of personen [fineren, begeren, uitmunten, uitkiezen] [N 85 (1981)] || het kiezen, de mogelijkheid om te kiezen [keus, keur] [N 85 (1981)] III-1-4
kikker kwakkerd: kwakkert (Brunssum), kwakərt (Brunssum) kikvors, puit [RND] || kikvorsch [SGV (1914)] III-4-2