e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

Gevonden: 4619
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bergx bergen (mv.): mv.!  béérəch (Brunssum) berg (bergen) [RND] III-4-4
bericht tijding: tiejing (Brunssum) een mondeling of schriftelijk overgebrachte mededeling, inlichting [tijding, ting, weet, bericht] [N 87 (1981)] III-3-1
berkenbezem berkenbezem: birke-bessem (Brunssum) bezem gemaakt van berketwijgjes (rijsbezem, berkenbezem, berkenboender) [N 20 (zj)] III-2-1
beroerte beslag: besjlaag (Brunssum), buschlaag (Brunssum), bəsjlààch (Brunssum) Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, aantok, slag). [N 84 (1981)] || Een plotselinge stoornis in de bloedsomloop, in de hersenen waarbij spraakstoornissen en verlammingsverschijnselen kunnen optreden? [DC 60 (1985)] III-1-2
berrie ber(ri)g: børx (Brunssum), berrie: børi (Brunssum), boom: (mv)  bōm (Brunssum) Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
beschimmeld beschimmeld: bəsjum⁄məlt (Brunssum), geschimmeld: gesjūmmelt (Brunssum) beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)] III-2-3
beschuit beschuit: beschuut (Brunssum) de beschuit [N 29 (1967)] III-2-3
beschuitbol beschuit: bǝšø̄t (Brunssum) [N 29, 61; N 29, 60] II-1
beschuitdeeg beschuitedeeg: bǝšø̄tǝn dēx (Brunssum) [N 29, 58] II-1
beschuitdoppen dekseltjes: deksǝltjǝs (Brunssum) De vormen die bij het opbollen van beschuitdeeg gebruikt worden. [N 29, 59b; N 29, 59a] II-1