24916 |
bergx |
bergen (mv.):
mv.!
béérəch (Q035p Brunssum)
|
berg (bergen) [RND]
III-4-4
|
21527 |
bericht |
tijding:
tiejing (Q035p Brunssum)
|
een mondeling of schriftelijk overgebrachte mededeling, inlichting [tijding, ting, weet, bericht] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19540 |
berkenbezem |
berkenbezem:
birke-bessem (Q035p Brunssum)
|
bezem gemaakt van berketwijgjes (rijsbezem, berkenbezem, berkenboender) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
18060 |
beroerte |
beslag:
besjlaag (Q035p Brunssum),
buschlaag (Q035p Brunssum),
bəsjlààch (Q035p Brunssum)
|
Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, aantok, slag). [N 84 (1981)] || Een plotselinge stoornis in de bloedsomloop, in de hersenen waarbij spraakstoornissen en verlammingsverschijnselen kunnen optreden? [DC 60 (1985)]
III-1-2
|
26051 |
berrie |
ber(ri)g:
børx (Q035p Brunssum),
berrie:
børi (Q035p Brunssum),
boom:
(mv)
bōm (Q035p Brunssum)
|
Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20]
I-13
|
20522 |
beschimmeld |
beschimmeld:
bəsjum⁄məlt (Q035p Brunssum),
geschimmeld:
gesjūmmelt (Q035p Brunssum)
|
beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20790 |
beschuit |
beschuit:
beschuut (Q035p Brunssum)
|
de beschuit [N 29 (1967)]
III-2-3
|
20711 |
beschuitbol |
beschuit:
bǝšø̄t (Q035p Brunssum)
|
[N 29, 61; N 29, 60]
II-1
|
25631 |
beschuitdeeg |
beschuitedeeg:
bǝšø̄tǝn dēx (Q035p Brunssum)
|
[N 29, 58]
II-1
|
25633 |
beschuitdoppen |
dekseltjes:
deksǝltjǝs (Q035p Brunssum)
|
De vormen die bij het opbollen van beschuitdeeg gebruikt worden. [N 29, 59b; N 29, 59a]
II-1
|