21023 |
beurs |
gerskamer:
wel gerskamer (bij de kerk)
gerskamer (Q035p Brunssum)
|
gerfkamer [SGV (1914)]
III-3-3
|
20786 |
beurs, overrijp |
faux:
oe v. boer
foeək (Q035p Brunssum)
|
beursch (de peer is ~) [SGV (1914)]
III-2-3
|
20180 |
bevallen |
bevallen:
buvallu (Q035p Brunssum)
|
Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
19259 |
bevel |
bevel:
bevêl (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum)
|
bevel [SGV (1914)]
III-1-4, III-3-1
|
19258 |
bevelen |
bestellen:
bustillu (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum)
|
iemand nadrukkelijk of met gezag opdragen iets te doen [heten, hieten, ordenen, bestellen, bevelen] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
voerstal:
vōrštal (Q035p Brunssum)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|
25573 |
bewerken van het deeg op de werktafel |
doorslaan:
dūrslǭn (Q035p Brunssum),
mengen:
meŋǝ (Q035p Brunssum),
opzetten:
opzɛtǝ (Q035p Brunssum)
|
De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.]
II-1
|
27622 |
bewust verzuimen |
bommelen:
bumǝlǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Eisden, Zwartberg])
|
Zonder wettige redenen of zonder vooraf aangevraagd verlof niet werken. [N 95, 916: N 95, 915; monogr.; Vwo 823]
II-5
|
18839 |
bezadigd |
gematigd:
gementeigu (Q035p Brunssum)
|
zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19613 |
bezem |
bezem:
beͅsəm (Q035p Brunssum),
bɛsəm (Q035p Brunssum)
|
bezem [RND], [SGV (1914)]
III-2-1
|