22890 |
rechtsachter |
rechtsback (<eng.):
rechtsback (Q035p Brunssum)
|
Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
21720 |
rechtspreken |
rechtspreken:
rechshpreekn (Q035p Brunssum)
|
rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17616 |
rechtstaande oren |
fiksoren:
fiks-oere (Q035p Brunssum)
|
oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
22883 |
rechtsvoor |
rechtsbuiten:
rechtsbuiten (Q035p Brunssum)
|
Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
25083 |
reeks, rij |
rij:
riej (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum)
|
een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] || rij [SGV (1914)]
III-4-4
|
28312 |
regelaar vervoer |
telefonist:
telǝfones (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Laura, Julia])
|
De vervoerregelaar regelt in de Nederlandse mijnen het transport en de distributie van de lege wagens voor de verschillende laadstations. In de Belgische mijnen kent men hiervoor de "dispatcher". "De dispatcher verdeelt de ledige mijnwagens over de verschillende afdelingen en pijlers. Hij vormt de rijen wagentjes voor hun vertrek en stelt zich gedurende de ganse werktijd telefonisch op de hoogte van het vervoer" (Vanwonterghem pag. 100). [N 95, 150; N 95, 149b; monogr.; Vwo 233; Vwo 284; Vwo 828; Vwo 830]
II-5
|
25238 |
regenbuitje |
plensje:
plenschen (Q035p Brunssum),
zijpen:
ziepen (Q035p Brunssum)
|
licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25183 |
regenen (alg.) |
het regent dat het zijpt:
het regent dat het ziept (Q035p Brunssum)
|
regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18554 |
regenjas |
regenjas:
raegejas (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum,
Q035p Brunssum),
regenmantel:
reegemantjel (Q035p Brunssum)
|
damesregenmantel [N 23 (1964)] || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18712 |
regenpijpen |
regenpijpen:
raegepiepe (Q035p Brunssum),
reegepiepe (Q035p Brunssum)
|
regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|