33478 |
rode aalbes |
rode wiemberen:
mv: -e
roo wimbere (Q035p Brunssum),
wiember:
wiember (Q035p Brunssum),
wiemberen:
De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
wimberu (Q035p Brunssum)
|
[DC 13 (1945)]aalbes [N 82 (1981)], [SGV (1914)]
I-7
|
33231 |
rode biet |
rode kroot:
rō kroat (Q035p Brunssum),
rō krōt (Q035p Brunssum),
slakroot:
šlākrōt (Q035p Brunssum)
|
Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.]
I-5
|
20886 |
rode bieten |
slakroten:
slakroëte (Q035p Brunssum)
|
rode bieten; Wanneer ze als groente voor het eten bestemd zijn en er wordt thuis gevraagd: "Wat eten we vandaag?"wat wordt er dan geantwoord? "We eten vandaag ............. [DC 49 (1974)]
III-2-3
|
24508 |
rode bosbes |
bosarbel:
WLD
buscharbelu (Q035p Brunssum)
|
De rode bosbes, vossebes (bospalm, naagdebes, kwachtbes, gourbes, kroos, kreus, rode bleek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24405 |
rode bosmier |
rode aamzeik:
oe = lang
rōē aomzēēk (Q035p Brunssum)
|
bosmier, (grote) rode ~ [stekkedraoger, brak] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
34033 |
rode koe |
rode:
rōǝi̯ǝ (Q035p Brunssum)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 124]
I-11
|
20655 |
rode kool |
rood moes:
roed moos (Q035p Brunssum),
rood moos (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum)
|
Rode kool (als plant of gewas) [DC 27 (1955)], [N Q (1966)] || rode kool als gerecht [N Q (1966)]
I-7, III-2-3
|
21733 |
roede |
karwats:
Van Dale: karwats (<Turks), stijve lederen zweep uit één stuk, met een knop.
karwatsh (Q035p Brunssum)
|
een aantal takjes tot een bosje bij elkaar gebonden als strafwerktuig [roe, gips, gisp, roei] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25314 |
roede, maat van 14 m2 |
roede:
rouw (Q035p Brunssum)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 14 vierkante meter [roede] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21183 |
roeien |
riemen:
[beïnvloeding door de suggestie bij de vraagstelling?, RK]
reemn (Q035p Brunssum)
|
door middel van roeiriemen een vaartuig voortbewegen [roeien, riemen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|